ECLI:NL:GHSHE:2018:3753
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over vorderingen van een accountant tegen een groothandel in voedingsmiddelen met betrekking tot onbetaalde facturen en de toepasselijkheid van wettelijke rente
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellante], een groothandel in voedingsmiddelen, tegen [geïntimeerde], een accountantskantoor. De procedure betreft onbetaalde facturen die [appellante] aan [geïntimeerde] verschuldigd is, ter hoogte van € 58.655,17, en de vraag of de wettelijke handelsrente of de gewone wettelijke rente van toepassing is. De rechtbank Oost-Brabant had eerder in twee vonnissen [appellante] veroordeeld tot betaling van de hoofdsom en bijkomende kosten, maar [appellante] heeft in hoger beroep negen grieven aangevoerd en verzocht om vernietiging van deze vonnissen.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep beoordeeld aan de hand van de stukken van de eerste aanleg en de ingediende grieven. Het hof heeft vastgesteld dat [geïntimeerde] sinds 2005 diverse werkzaamheden voor [appellante] heeft verricht en dat er meerdere facturen zijn verzonden die onbetaald zijn gebleven. [geïntimeerde] heeft conservatoir beslag gelegd op een onroerende zaak van [appellante] om betaling te waarborgen. In de eerste aanleg heeft [geïntimeerde] in conventie betaling gevorderd, terwijl [appellante] in reconventie heeft gevorderd dat het beslag onrechtmatig is en dat [geïntimeerde] aansprakelijk is voor de schade.
Het hof heeft geoordeeld dat de grieven van [appellante] niet voldoende onderbouwd zijn en dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de wettelijke handelsrente van toepassing is. Het hof heeft de vordering van [geïntimeerde] tot vergoeding van de wettelijke handelsrente toegewezen en [appellante] niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep tegen het vonnis van 10 februari 2016. De proceskosten zijn voor rekening van [appellante].