ECLI:NL:GHSHE:2018:3752
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van procesvolmacht in hoger beroep met betrekking tot een borgstelling en vordering uit Turkse rechterlijke uitspraak
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen [geïntimeerde] naar aanleiding van een vonnis van de rechtbank Limburg. De zaak betreft een geschil over een procesvolmacht en een borgstelling die [appellant] heeft afgegeven in verband met een verkoop van een zomerhuis in Turkije. De rechtbank had de vordering van [appellant] afgewezen, omdat niet was komen vast te staan dat hij mr. N. Türkkol had opgedragen om de procedure in Nederland te starten.
In hoger beroep heeft mr. Türkkol vijf grieven aangevoerd, waarbij hij stelt dat er mondelinge opdracht is gegeven door [appellant] voor de procedure. Het hof heeft echter geoordeeld dat mr. Türkkol onvoldoende duidelijkheid heeft gegeven over zijn procesvolmacht. De akte van volmacht die hij heeft overgelegd, biedt volgens het hof geen voldoende bewijs dat hij de vereiste procesvolmacht heeft gekregen van [appellant].
Het hof heeft de grieven van mr. Türkkol verworpen en het bestreden vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Dit betekent dat de vordering van [appellant] niet wordt toegewezen en dat hij in de proceskosten in hoger beroep wordt veroordeeld. De uitspraak is gedaan op 11 september 2018 en is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.