Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 27 december 2016 waarbij het hof een comparitie na aanbrengen heeft gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 13 februari 2017;
- de memorie van grieven met een productie (nr. 21);
- de memorie van antwoord.
6.De beoordeling
- [appellante] exploiteert een onderneming die onder meer steigers verhuurt voor diverse soorten projecten.
- [geïntimeerde] houdt zich bedrijfsmatig onder meer bezig met straal- en conserveringsmaatregelen.
- Medio 2010 is een overeenkomst van aanneming van werk tot stand gekomen tussen Waterschap Roer en Maas (hierna: het Waterschap) als opdrachtgever en [project & maintenance] Projects & Maintenance bv (hierna: [project & maintenance] ) als opdrachtnemer, ter zake het restaureren van de stuw in Valkenburg aan de Geul.
- [project & maintenance] heeft vervolgens als hoofdaannemer een overeenkomst gesloten met [geïntimeerde] als onderaannemer, ter zake het uitvoeren van straalwerkzaamheden aan de stuw.
- Bij e-mail van 21 juli 2010 heeft [project & maintenance] aan [geïntimeerde] onder meer het volgende meegedeeld:
- onze werkzaamheden en materialen dienen onder Uw CAR - verzekering te vallen (of onder die van de hoofdaannemer c.q. opdrachtgever);’
- [appellante] heeft de voor de werkzaamheden benodigde steiger in de sluis gemonteerd.
- [geïntimeerde] heeft de door [project & maintenance] aan haar opgedragen straalwerkzaamheden uitgevoerd op 7, 8 en 10 september 2010. De steiger is daarna blijven staan, zodat ook andere partijen werkzaamheden aan de stuw konden uitvoeren.
- Bij e-mail van 20 september 2010 heeft [medewerker project & maintenance 1] van [project & maintenance] onder meer het volgende meegedeeld aan [medewerker van geintimeerde] van [geïntimeerde] :
- Bij factuur van 23 september 2010 heeft [appellante] aan [geïntimeerde] € 4.720,-- (btw verlegd) in rekening gebracht aan [geïntimeerde] voor het monteren en demonteren van de steiger. [geïntimeerde] heeft deze factuur voldaan.
- Bij e-mail van donderdag 28 oktober 2010 heeft [medewerker project & maintenance 1] van [project & maintenance] aan [medewerker van geintimeerde] van [geïntimeerde] onder meer het volgende meegedeeld:
Hoe snel kan de steiger in geval van calamiteit weg worden gehaald?
Wie moeten wij hiervoor benaderen (ook ’s nachts)?
Wanneer komt de tekening/berekening bij ons binnen?
- [geïntimeerde] heeft vervolgens op of omstreeks 8 november 2010 de aan haar opgedragen nadere straalwerkzaamheden verricht.
- Bij e-mail van woensdag 10 november 2010 heeft [medewerker van het waterschap] van het waterschap aan [medewerker project & maintenance 1] van [project & maintenance] en aan enkele andere geadresseerden onder meer het volgende meegedeeld:
- Op zaterdag 13 november 2010 is door het stijgende water een boom met de stroom meegevoerd en deze boom heeft zich vastgezet voor de steiger. Deze boom zorgde voor een bovenstroomse opstuwing van het water en, door de druk van het water tegen de boom, voor schade aan de steiger waardoor de steiger op enkele punten los raakte. Om verder schade bovenstrooms door opstuwend water en schade aan de stuw te voorkomen, ontstond de noodzaak om de steiger onmiddellijk te verwijderen. Medewerkers van [project & maintenance] waren op dat moment ter plaatse aanwezig. De steiger is vervolgens niet op normale wijze gedemonteerd, hetgeen in de gegeven omstandigheden niet mogelijk was, maar met een mobiele graafmachine uit de Geul getrokken. Door al deze omstandigheden is de steiger, althans zijn onderdelen daarvan, beschadigd.
- Bij brief van 25 november 2010 heeft [expertise] Expertise, de assurantietussenpersoon van [project & maintenance] , aan [appellante] onder meer het volgende meegedeeld:
- Bij factuur van 9 december 2010 heeft [appellante] aan [geïntimeerde] € 18.962,65 inclusief btw (€ 15.935,-- exclusief btw) in rekening gebracht ter zake schade aan de steiger. [geïntimeerde] heeft deze factuur niet voldaan.
- [geïntimeerde] heeft het door [appellante] aan haar in rekening gebrachte bedrag van € 18.962,65 inclusief btw bij factuur van 31 december 2010 doorbelast aan [project & maintenance] . De omschrijving op deze factuur luidt: ‘Kosten i.v.m. waterschade Stuw Walram te Valkenburg’. [project & maintenance] heeft deze factuur niet voldaan.
- Bij brief van 21 februari 2011 heeft [appellante] aan [geïntimeerde] onder meer het volgende meegedeeld:
- [appellante] heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat zij met [geïntimeerde] een overeenkomst heeft gesloten ter zake de steiger en dat [geïntimeerde] in de nakoming van die overeenkomst is tekortgeschoten door geen CAR-verzekering af te sluiten waarbij de steiger is verzekerd (rov. 4.1).
- Als wordt aangenomen dat tussen [appellante] een [geïntimeerde] een huurovereenkomst tot stand gekomen is met betrekking tot de steiger, dat [geïntimeerde] op grond van die overeenkomst een CAR-verzekering had moeten afsluiten en dat [geïntimeerde] dit vervolgens niet gedaan heeft, dan staat vast dat [geïntimeerde] tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst (rov. 4.2 en 4.4)
- Op [appellante] rust de stelplicht en bewijslast van het door haar gestelde causale verband tussen de tekortkoming en de schade. [appellante] heeft niet gesteld dat, indien [geïntimeerde] een CAR-verzekering zou hebben afgesloten, de verzekeraar tot uitkering zou zijn overgegaan. Er staat dus niet vast dat er causaal verband bestaat tussen de tekortkoming en de schade. De vordering van [appellante] moet daarom worden afgewezen (rov. 4.5).
- De vordering moet bovendien ook worden afgewezen omdat [geïntimeerde] het gestelde schadebedrag gemotiveerd heeft betwist en [appellante] dat bedrag onvoldoende heeft onderbouwd en ook overigens geen aanknopingspunten heeft gegeven op grond waarvan de schade kan worden begroot (rov. 4.6 tot en met 4.8).
- Bij e-mail van 21 juli 2010 heeft [project & maintenance] aan [geïntimeerde] de afspraak bevestigd dat [geïntimeerde] zou zorgen voor de aanwezigheid van een steiger in de stuw en dat die steiger ook na afronding van de straalwerkzaamheden nog moest blijven staan zodat die ook door andere partijen gebruikt kon worden.
- [appellante] heeft aan [geïntimeerde] desgevraagd een offerte van 29 juli 2010 uitgebracht voor het monteren, verhuren en weer demonteren van steigers ten behoeve van de restauratie van de stuw.
- [appellante] heeft de voor de werkzaamheden benodigde steiger in de sluis gemonteerd.
- Bij factuur van 23 september 2010 heeft [appellante] aan [geïntimeerde] € 4.720,-- (btw verlegd) in rekening gebracht aan [geïntimeerde] voor het monteren en demonteren van de steiger.
- [geïntimeerde] heeft deze factuur voldaan.