ECLI:NL:GHSHE:2018:3729
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Medische beklagzaak ex artikel 12 Sv inzake smaad en belediging
In deze medische beklagzaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een klacht van klaagster over de beslissing van de officier van justitie om niet over te gaan tot vervolging van beklaagde wegens smaad en belediging. Klaagster, bijgestaan door mr. E.P. Vroegh, diende op 18 maart 2016 aangifte in tegen beklaagde, die haar tijdens een strafzitting als 'charlatan' had betiteld. De officier van justitie besloot op 18 mei 2017 om de zaak niet te vervolgen, wat klaagster ertoe bracht om op 7 augustus 2017 een klaagschrift in te dienen bij het hof. Het hof behandelde de zaak op 22 januari 2018 en 6 april 2018, waarbij zowel klaagster als beklaagde en hun advocaten aanwezig waren.
Het hof oordeelde dat klaagster ontvankelijk was in haar beklag, maar wees het beklag af. Het hof concludeerde dat, hoewel er aanwijzingen waren dat beklaagde zich schuldig had gemaakt aan strafbaar handelen, een strafrechtelijke vervolging niet opportuun was. Dit kwam voort uit het feit dat beklaagde al door het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg was berispt voor zijn handelen, waardoor het hof van mening was dat een strafrechtelijke vervolging geen toegevoegde waarde zou hebben. De beslissing van het hof werd op 4 mei 2018 gegeven door de voorzitter en twee raadsheren, met mr. R.J. Gras als griffier.