Na jaren van strijd tussen de ouders zijn zij nu erin geslaagd een goede, stabiele basis voor [minderjarige] neer te zetten. Er is een uitgebreide regeling, die mogelijk is omdat de ouders nu
beiden in [plaats 2] wonen. [minderjarige] verblijft bij de vader van dinsdagmiddag na school tot woensdagavond na het eten en eenmaal per 14 dagen van vrijdagmiddag na school tot zondagavond na het eten. Door een verhuizing naar [plaats 1] zal de rol van de
vader in het leven van [minderjarige] anders worden. De vader is voor [minderjarige] van [plaats 3] naar
[plaats 2] verhuisd. De moeder kan ook in Nederland werk vinden en een gezinsleven opbouwen, en dat geldt ook voor haar partner. De belangen van [minderjarige] en van de vader dienen zwaarder te wegen dan de belangen van de moeder.
Anders dan de moeder betoogt, is niet het uitgangspunt dat zij in beginsel de gelegenheid dient te krijgen om met een minderjarige en een nieuwe partner elders een gezinsleven en een toekomst op te bouwen. Het belang van het kind moet een afweging van de eerste orde zijn, waarbij, alle omstandigheden in acht genomen, andere belangen zwaarder kunnen wegen. De rechtbank heeft terecht overwogen dat de noodzaak van de verhuizing onvoldoende is komen vast te staan. Er zijn voldoende functies voor de moeder te vinden, ook Engelstalige, in de omgeving van [plaats 2] . Zij heeft onvoldoende gezocht. De moeder zou ook kunnen onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om [minderjarige] in Nederland te laten wonen terwijl de moeder in [plaats 1] werkt. De vader is bereid om met de moeder te bespreken hoe een wijziging in de zorgregeling de moeder daarbij zou kunnen faciliteren. Het bedrijf waar de partner van de moeder thans in [plaats 1] werkt, heeft ook een vestiging in [plaats 5] zodat daar wellicht ook mogelijkheden zijn.
De vader vindt het vervelend dat de moeder het zwaar heeft met de situatie, maar dat is een subjectieve reden en levert nog geen noodzaak tot verhuizen op.
Beide ouders hebben een eigen opvoedstijl en [minderjarige] kan nu profiteren van de sterke punten van beide ouders, omdat hij nu vrijwel de helft van de tijd bij de vader en de helft van de tijd bij de moeder doorbrengt.
De vader is nu ook betrokken bij de school en dat zal in [plaats 1] niet meer kunnen. De vader heeft onvoldoende vrije dagen om, zoals de moeder voorstelt, vaker een aantal dagen achter elkaar naar [plaats 1] te gaan. De lange reisafstand zal ertoe leiden dat [minderjarige] steeds minder zin zal hebben om naar de vader te gaan.
De vader betwist dat de moeder de verhuizing met hem heeft besproken. Het is als toekomstige mogelijkheid bij het schoolmaatschappelijk werk aan de orde geweest, maar er zijn geen concrete plannen duidelijk gemaakt.
De communicatie tussen de ouders wordt door de vader, ondanks de resultaten in de cross-border-mediation, als zwaar onder de maat ervaren, en hij vreest dat dat niet zal verbeteren na een verhuizing van de moeder met [minderjarige] naar [plaats 1] .
Met inschrijving op een school in [plaats 1] zal de vader instemmen als het hof de moeder alsnog toestemming verleent om met [minderjarige] te verhuizen. Dat is overeengekomen in de cross-border-mediation.
Concluderend begrijpt de vader de wens van de moeder om te verhuizen naar [plaats 1] , maar hij betwist de noodzaak daartoe en vindt dat de belangen van [minderjarige] zwaarder dienen te wegen dan de belangen van de moeder.