ECLI:NL:GHSHE:2018:3534
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toelating tot de schuldsaneringsregeling en de rol van reserveringen onder de Kredietbank
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de toelating van appellanten tot de schuldsaneringsregeling. De zaak betreft een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank. De appellanten, beiden wonende te [woonplaats], hebben een verzoek ingediend voor toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar het hof heeft in zijn tussenarrest van 5 april 2018 aanvullende informatie gevraagd over hun financiële situatie en de betalingen aan schuldeisers. Het hof heeft vastgesteld dat de appellanten hun schoonzus hebben bevoordeeld door haar achterstallig salaris te betalen, terwijl andere schuldeisers niet zijn betaald. Dit gedrag wordt door het hof als niet te goeder trouw aangemerkt. Het hof heeft ook vragen gesteld over de herkomst van de reserveringen die onder de Kredietbank zijn aangelegd en of deze zijn aangewend voor een minnelijke regeling met alle schuldeisers. De appellanten hebben niet voldoende aangetoond dat zij te goeder trouw zijn geweest in hun financiële handelen. Uiteindelijk heeft het hof besloten het vonnis van de rechtbank te bekrachtigen, wat betekent dat de verzoeken tot toelating tot de schuldsaneringsregeling zijn afgewezen.