ECLI:NL:GHSHE:2018:3429
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van strafbeschikking en onduidelijkheid over uitreiking
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzet tegen een strafbeschikking. De verdachte stelde dat hij op 15 juli 2017 geen afschrift van de strafbeschikking in persoon had ontvangen, maar pas op 24 juli 2017 via een brief van het CJIB op de hoogte was geraakt van de strafbeschikking. Het hof heeft onderzocht of de uitreiking van het afschrift van de strafbeschikking correct was geregistreerd.
Het hof concludeert dat er geen degelijke registratie van de uitreiking van de strafbeschikking bestaat, waardoor niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat het afschrift op 15 juli 2017 in persoon aan de verdachte is uitgereikt. De verdachte heeft op 7 augustus 2017 verzet ingesteld, wat tijdig en correct was, aangezien de termijn voor het indienen van verzet inging op 25 juli 2017. Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en wijst de zaak terug naar de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant voor verdere behandeling.
De uitspraak benadrukt het belang van een correcte registratie van de uitreiking van strafbeschikkingen en de gevolgen van onduidelijkheden in dit proces voor de ontvankelijkheid van verzet.