ECLI:NL:GHSHE:2018:3412

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
14 augustus 2018
Publicatiedatum
14 augustus 2018
Zaaknummer
200.164.730_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenrapport en beoordeling van hygiënische lassen in de voedingsmiddelenindustrie

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van Projectserve B.V. tegen een vennootschap met betrekking tot de kwaliteit van geleverde afsluiters en afsluiterhuizen. De zaak is een vervolg op eerdere tussenarresten en betreft een deskundigenonderzoek naar de hygiënische lasprocedures die in de voedingsmiddelenindustrie vereist zijn. De deskundigen hebben vastgesteld dat een aanzienlijk percentage van de geleverde producten niet voldeed aan de gestelde eisen voor rondheid en haaksheid, wat cruciaal is voor de hygiënische laskwaliteit. Het hof heeft de deskundigen gevraagd om aanvullende informatie en heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om te reageren op het deskundigenrapport. De uitspraak van het hof op 14 augustus 2018 houdt in dat de zaak naar de rol is verwezen voor verdere aktewisseling, waarbij Projectserve en de vennootschap hun standpunten kunnen verduidelijken. De deskundigen hebben in hun rapportage benadrukt dat de kwaliteitseisen voor hygiënische lassen niet zijn nageleefd en dat herstel van de gebrekkige producten niet mogelijk is. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de geleverde producten als non-conform moeten worden beschouwd, wat gevolgen heeft voor de aansprakelijkheid van de vennootschap.

Uitspraak

GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.164.730/01
arrest van 14 augustus 2018
in de zaak van
Projectserve [projectservice] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante in principaal appel,
geïntimeerde in incidenteel appel,
verder: Projectserve,
advocaat: mr. E.D. de Jong te Groningen,
tegen
[de vennootschap],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde in principaal appel,
appellante in incidenteel appel,
verder: [de vennootschap] ,
advocaat: mr. R. Faasen te Rotterdam,
als vervolg op de tussenarresten van dit hof van 9 augustus 2016, 3 oktober 2017 en 19 december 2017 in het hoger beroep van het door de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, onder zaaknummer/rolnummer C/02/264652 / HA ZA 13-389 tussen partijen gewezen vonnis van 5 november 2014.

12.Het verdere verloop van het geding

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 19 december 2017;
  • het deskundigenbericht van 6 februari 2018;
  • de beslissing van het hof van 16 april 2018 waarbij de schadeloosstelling en het loon van deskundige ing. J. Kastelein zijn begroot op € 9.075,= inclusief btw en de schadeloosstelling en het loon van deskundige J. Heselmans op € 8.940,19 inclusief btw;
  • de memorie na deskundigenbericht van Projectserve van 1 mei 2018 met een productie;
  • de antwoordmemorie na deskundigenbericht [de vennootschap] van 29 mei 2018 met een productie.
Partijen hebben arrest gevraagd.

13.De verdere beoordeling

In het principaal appel en in het incidenteel appel
13.1
Bij tussenarrest van 19 december 2017 heeft het hof in plaats van de heer Van der Kolk tot deskundige benoemd de heer J. Heselmans van Ironhaven BV te [kantoorplaats] en bepaald dat voor deze deskundige een aanvullend voorschot dient te worden betaald.
13.2
De deskundigen hebben de aan hen voorgelegde vragen als volgt beantwoord:
a.
Wat zijn de gangbare criteria voor een hygiënische las in de voedingsmiddelenindustrie? U dient de hierna volgende vragen te beantwoorden met inachtneming van het feit dat in deze zaak sprake moet zijn van een dergelijke hygiënische las.
De gangbare criteria worden beschreven in EHEDG Document 35. Samengevat komt het erop neer dat de las glad en goed reinigbaar moet zijn. Dit is alleen het geval als de las aan de binnenzijde van de pijp glad is en geometrisch vlak is en samenvalt met het leidingmateriaal. Ook worden eisen gesteld aan de zogenaamde aanloopkleuren. Dit is een verkleuring van de las door verbranding. Door gebruikmaking van inert schermgas moet deze verbranding zoveel mogelijk worden voorkomen. EHEDG stelt eisen aan de mate van verkleuring die toelaatbaar is of niet.
b.
Zijn de door [de vennootschap] geleverde kleppen/ventielen te lassen? Is het hierbij van belang of de afsluiters/kleppen 100% tegen elkaar kunnen liggen? Wat kunt u zeggen omtrent het al dan niet ontstaan van ribbels/oneffenheden tijdens het lassen indien afsluiters/kleppen niet 100% tegen elkaar liggen?
51% van de door [de vennootschap] geleverde afsluiters en afsluiterhuizen (die wij beoordeeld hebben) vallen buiten de specificaties voor de haaksheid en zijn als zodanig niet goed te lassen (zie tabel 1). De afsluiters en afsluiterhuizen van [de vennootschap] zouden te lassen moeten zijn indien deze zouden voldoen aan de vermelde kwaliteitseisen in de brochure van [de vennootschap] .
Bij een afwijking van de rondheid kan de lasser de laseinden van de afsluiters en afsluiterhuizen niet in lijn krijgen waardoor schaduwzones ontstaan en ze moeilijk te reinigen zijn. Bij een spleetbreedte van >0,25 mm zal gemakkelijker een zogenaamde uitzakking (ribbel) van de las plaatsvinden. Dit is het geval bij zowel orbitaal (automatisch) lassen als handmatig lassen.
Indien er geleverde kleppen/ventielen niet te lassen zijn, om hoeveel exemplaren gaat het dan? Waren/zijn er eenvoudige oplossingen om die kleppen/ventielen alsnog te lassen en zo ja, welke oplossingen? Mag bij een opdracht als de onderhavige en tussen partijen als de onderhavige ervan worden uitgegaan dat de geleverde kleppen 100% tegen elkaar kunnen liggen?
27% van de door [de vennootschap] geleverde afsluiters en afsluiterhuizen (die wij beoordeeld hebben) vallen buiten de specificaties voor de rondheid en zijn als zodanig niet goed te lassen (zie tabel 1). 51% van de door [de vennootschap] geleverde afsluiters en afsluiterhuizen (die wij beoordeeld hebben) vallen buiten de specificaties met betrekking tot de haaksheid. Het is voor een lasser onmogelijk om de rondheid te corrigeren. Het corrigeren van de spleetbreedte kan alleen met grote moeite bij handmatig lassen. Corrigeren is niet mogelijk omdat b.v. bij het afslijpen van materiaal de afsluiters en afsluiterhuizen niet meer goed uitgelijnd kunnen worden. EHEDG eist geen 100% tegen elkaar ligging, ze eisen een maximale spleetbreedte van 0,25 mm. Men mag verwachten dat de afsluiters en afsluiterhuizen aan deze EHEDG eis voldoen.
c.
Is bij de handmatig gevlakte studsen voldoende rekening gehouden met de uitlijning?
De door [de vennootschap] geleverde afsluiters en afsluiterhuizen waren nieuw en hadden machinaal gevlakte studs. Er waren geen handmatig gevlakte studsen.
Waren de lasvlakken voldoende haaks?
51% van de afsluiters en afsluiterhuizen heeft een te grote spleetbreedte. De spleetbreedte kan vertaald worden naar de haaksheid.
Indien bij de handmatig gevlakte studsen onvoldoende rekening is gehouden met de uitlijning, om hoeveel exemplaren/gevallen gaat het dan? Waren/zijn er eenvoudige oplossingen voor deze onvolkomenheden en zo ja, welke oplossingen?
Handmatig gevlakte studsen waren er niet. Door de te grote spleetbreedte kunnen de afsluiters en afsluiterhuizen niet goed uitgelijnd worden, dit betreft 51% van de afsluiters en afsluiterhuizen. Er zijn geen eenvoudige oplossingen voor deze onvolkomenheden voorhanden.
d.
Zijn de afsluiters goed gelast. Waren deze afsluiters haaks? Kenden die afsluiters een afwijking en zo ja, was deze acceptabel?
Wij hebben bij zowel Projectserve als [de vennootschap] geen gelaste afsluiters en afsluiterhuizen aangetroffen. De onderzochte afsluiters en afsluiterhuizen waren allen nieuw en niet gelast.
Voor het laswerk was door Projectserve een extern lasbedrijf ingehuurd. In het projectdossier bij Projectserve is geen documentatie aanwezig met betrekking tot de lasprocedure en de kwaliteit van de lasser, en of deze gecertificeerd was om hygiënisch laswerk te verrichten.
Gebruikelijk in de voedingsmiddelen industrie, bij het leggen van hygiënische lassen, is om twee documenten bij de las te leveren:
De WPS (Welding Procedure). Hierin staat hoe de las moet worden gelegd. Bij dit project had in de WPS moeten staan dat de spleetbreedte <0,25 mm moet zijn en hadden de eisen m.b.t. de ovaalheid overgenomen moeten worden van NEN-EN 10357. Het is ongebruikelijk om alleen naar een norm te verwijzen. In de WPS moeten de betreffende eisen worden overgenomen van de norm.
Het WQR (Welder Qualification Report). Hierin staat het bewijs (een lasproef) dat de lasser de kennis en vaardigheden heeft om de in de WPS gespecificeerde lassen te leggen.
Projectserve kon deze documenten, of andere documenten over de lassen of de lasser, niet overleggen. Dit is ongebruikelijk, vooral gezien de hoge eisen die worden gesteld aan een hygiënische las.
Indien er afsluiters niet goed zijn gelast, om hoeveel! gevallen gaat het? Waren/zijn er eenvoudige oplossíngen voor deze onvolkomenheden en zo ja, welke oplossingen?
Wij hebben bij zowel Projectserve als [de vennootschap] geen gelaste afsluiters en afsluiterhuizen aangetroffen. De onderzochte afsluiters en afsluiterhuizen waren allen nieuw en niet gelast. Deze vraag kunnen we derhalve niet beantwoorden.
Indien er afsluiters niet haaks waren, om hoeveel gevallen gaat het? Waren/zijn er eenvoudige oplossingen voor deze onvolkomenheden en zo ja, welke oplossingen?
Bij 51% van de onderzochte afsluiters en afsluiterhuizen was de spleetbreedte te groot. Er zijn geen eenvoudige oplossingen voor dit probleem. Temeer omdat als er materiaal wordt afgeslepen, de uitlijning in het geding komt.
Indien afsluiters een of meer afwijkingen kenden, om hoeveel gevallen gaat het? Waren/zijn er eenvoudige oplossingen voor deze onvolkomenheden en zo ja, welke oplossingen?
Bij 51% van de onderzochte afsluiters en afsluiterhuizen was de spleetbreedte te groot. Er zijn geen eenvoudige oplossingen voor dit probleem. Temeer omdat als er materiaal wordt afgeslepen, de uitlijning in het geding komt.
e.
Zijn de afsluiters goed gelast en haaks en goed uitgelijnd? Dienen deze in een geval als het onderhavige zonder enige tolerantie 100% haaks te zijn?
Indien er afsluiters niet goed zijn gelast en/of niet haaks en/of níet goed uitgelijnd, om hoeveel gevallen gaat het dan? Waren/zijn er eenvoudige oplossingen voor deze onvolkomenheden en zo ja, welke oplossingen?
Wij hebben bij zowel Projectserve als [de vennootschap] geen gelaste afsluiters en afsluiterhuizen aangetroffen. De onderzochte afsluiters en afsluiterhuizen waren allen nieuw en niet gelast.
f.
Behoren in een geval als het onderhavige en gelet op hetgeen Projectserve met de door [de vennootschap] te leveren zaken wilde doen en met inachtneming van het feit dat [de vennootschap] een bedrijf is dat zich bezighoudt met het leveren van hygiënische procesafsluiters/kleppen die onder meer worden gebruikt in installaties in de voedingsmiddelenindustrie, geleverde kleppen zonder voorbewerking gelast te kunnen worden? Zouden indien de door [de vennootschap] geleverde kleppen zonder voorbewerking worden gelast, kieren ontstaan van 1 à 1,5 mm?
Volgens de brochure van [de vennootschap] voldoen de afsluiters en afsluiterhuizen aan de NEN-EN 10357 norm (DIN 11850) en aan EHEDG richtlijnen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de afsluiters en afsluiterhuizen zonder voorbewerking gelast kunnen worden.
De maximale spleetbreedte die we gemeten hebben was 0,85 mm (zie tabel 1).
g.
Moesten de door [de vennootschap] geleverde huizen worden (uit)gevlakt, uitgelijnd en gericht ten behoeve van de rondheid? Is dit acceptabel in een geval als het onderhavige? Is het juist dat indien de huizen moesten worden (uit)gevlakt en/of uitgelijnd en/of gericht ten behoeve van de rondheid daardoor een niet toelaatbare maatafwijking ontstaat?
Uit het onderzoek bleek dat 27% van de afsluiters en afsluiterhuizen niet voldeed aan de eisen die gesteld worden aan rondheid en 51% van de afsluiters en afsluiterhuizen niet voldeed aan de eisen die gesteld worden aan haaksheid. Het is voor een lasser niet mogelijk ter plaatse de afsluiters en afsluiterhuizen uit te lijnen en te vlakken.
Indien de geleverde huizen moesten worden (uit)gevlakt, uitgelijnd en gericht ten behoeve van de rondheid, om hoeveel huízen ging het dan?
19 afsluiters en afsluiterhuizen vallen buiten de toleranties voor rondheid.
Indien het juist is dat de huizen moesten worden (uit)gevlakt en/of uitgelijnd en/of gericht waren/zijn daar eenvoudige oplossingen voor en zo ja, welke oplossingen?
Nee, daar zijn geen eenvoudige oplossingen voor. De afsluiters en afsluiterhuizen zouden vervangen moeten worden door afsluiters en afsluiterhuizen die wel aan de specificaties voldoen.
h.
Is het in de onderhavige zaak van belang dat uit de door Projectserve overgelegde brochure van [de vennootschap] (productie 22 akte uitlating d.d. 8 januari 2014) blijkt dat een afsluiter zonder verdere bewerking moet kunnen worden geplaatst en dat verder in die brochure is vermeld dat de afsluiter wordt verpakt in plastic, waardoor wordt voorkomen dat stof en vuil in het inwendige van de afsluiter komt (nr 4 in die brochure) en dat de afsluiter direct in het leidingwerk kan worden geplaatst (nr 5.2 in die brochure)? Zo ja, welk belang, zo nee, waarom is deze tekst dan niet van belang?
Ja dit is van belang. Als [de vennootschap] stelt dat de afsluiterhuízen zonder bewerkingen kunnen worden geplaatst, dan mag men verwachten dat dit ín de praktijk dan ook zo is. In de brochure van [bedrijf] staat verder dat de afsluiters en afsluiterhuizen aan NEN-EN 10357 (DIN 11850) en de EHEDG richtlijnen voldoen.
Daarnaast is het ook van belang dat de afsluiter en afsluiterhuizen schoon en stofvrij in plastic verpakt aangeleverd worden om de kans op het insluiten van vuil tijdens het lassen te minimaliseren.
i.
Indien de studs van de afsluiters zo staan als op tekening, is het mogelijk om een cluster van afsluiters op deze wijze in een keer, zonder fouten hygiënisch te lassen (met of zonder toevoegdraad)?
Wanneer de geleverde afsluiters en afsluiterhuizen aan de specificaties voldoen dan zouden deze in een keer hygiënisch te lassen zijn.
j.
Indien een las afgekeurd wordt in een cluster, is deze las te herstellen?
Nee, de las zou er tussenuit gezaagd moeten worden, de studsen opnieuw gevlakt en gerond moeten worden en daarna opnieuw gelast worden. Dit is niet mogelijk door verlies aan materiaal door uitzagen en vlakken.
k.
Welke handelingen zouden moeten worden verricht om een afgekeurde las te herstellen? Is het t.a.v. de functionaliteit van de afsluíter verantwoord om deze herstelhandelingen te verrichten?
Dit hangt sterk af van de reden waarom de las is afgekeurd. Soms hoeft men maar een klein deel uit te slijpen voor herstel, andere keren moet de hele las opnieuw worden gelegd. Het zal altijd moeilijk tot onmogelijk zijn om lassen te herstellen en ze dan ook nog te laten voldoen aan de eisen van de NEN-EN-norm en de EHEDG-richtlijn. Gezien de korte afstanden binnen het cluster, is het meestal niet mogelijk om een stuk pijp uit te slijpen en daarna een nieuw stuk pijp met 2 nieuwe lassen in te lassen.
l.
Heeft u verder nog opmerkingen die relevant kunnen zijn voor de onderhavige zaak?
De gesprekken met partijen hebben in goede harmonie en in een prettige sfeer plaats gevonden. De partijen hebben volledige medewerking verleend aan het onderzoek. Onze dank daarvoor.
13.2
De deskundigen hebben hun conceptrapport naar beide partijen gezonden, die daar vervolgens op gereageerd hebben. Uit het antwoord van de deskundigen van 6 maart 2018 op de ontvangen reacties blijkt dat deze geen aanleiding hebben gevormd om het conceptrapport aan te passen.
13.3
In haar memorie na deskundigenbericht stelt Projectserve dat uit het onderzoek blijkt dat de door [de vennootschap] geleverde zaken gebrekkig/non-conform zijn nu deze niet aan de eisen voldoen en herstel niet mogelijk is. Bij het hiervoor weergegeven antwoord op vraag d. heeft Projectserve de kanttekening dat zij wel degelijk strenge lasvoorschriften hanteert. Ter onderbouwing van dit standpunt heeft zij twee producties overgelegd. Dit zijn dezelfde stukken die zij eerder naar aanleiding van het conceptrapport aan de deskundigen heeft toegezonden en die volgens de deskundigen, in hun commentaar van 6 maart 2018, niet relevant zijn. Projectserve stelt zich voorts op het standpunt dat het rapport een bevestiging inhoudt van de eerdere rapportages.
13.4
[de vennootschap] stelt in haar memorie na deskundigenbericht dat de deskundigen haar opmerkingen bij het conceptrapport niet in het definitieve rapport hebben verwerkt. Om die reden herhaalt zij die opmerkingen. Het hof stelt vast dat de deskundigen bedoelde opmerkingen in hun antwoord van 6 maart 2018 hebben besproken, zij het summier, en dat uit die beantwoording blijkt dat zij op de door [de vennootschap] genoemde punten bij de inhoud van het conceptrapport blijven. De bevindingen van de deskundigen op basis van de door hen uitgevoerde metingen en de daaruit voortvloeiende percentages aan gebrekkige producten worden door [de vennootschap] intussen niet weersproken.
13.5
In hun memories na deskundigenbericht maakt geen van beide partijen gewag van het antwoord van de deskundigen van 6 maart 2018 op hun reacties op het conceptrapport. Uit navraag door de griffier bij deskundige Kastelein is gebleken dat het antwoord van 6 maart 2018 niet alleen naar het hof maar ook naar beide partijen is gestuurd. Het lijkt er echter op dat partijen bij het opstellen van hun memories na deskundigenbericht dit stuk (nog) niet voorhanden hebben gehad. Om iedere verwarring hierover uit te sluiten acht het hof het raadzaam beide partijen in de gelegenheid te stellen bij akte - desgewenst - alsnog kort in te gaan op dit antwoord. Het hof zal daartoe de zaak naar de rol verwijzen voor akte aan de zijde van Projectserve, waarna [de vennootschap] een antwoordakte kan nemen. Deze aktewisseling is uitsluitend bestemd voor een korte reactie op het antwoord van de deskundigen van 6 maart 2018 en niet voor enig ander doel.

14.De uitspraak

Het hof:
in het principaal appel en in het incidenteel appel
verwijst de zaak naar de rol van 11 september 2018 voor akte aan de zijde van Projectserve met het hiervoor onder 3.15 vermelde doel, waarna antwoordakte;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. B.A. Meulenbroek, M.G.W.M. Stienissen en L.S. Frakes en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 14 augustus 2018.
griffier rolraadsheer