ECLI:NL:GHSHE:2018:3368
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van een echtscheiding met zorgen over de ontwikkeling en omgangsregeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren uit het inmiddels ontbonden huwelijk van de moeder en de vader. De moeder, hierna aangeduid als appellante, heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 25 april 2018 aangevochten, waarin de ondertoezichtstelling van de minderjarige voor de duur van een jaar was uitgesproken. De moeder verzocht primair om vernietiging van deze beschikking en subsidiair om beperking van de ondertoezichtstelling tot een kortere termijn.
De mondelinge behandeling vond plaats op 17 juli 2018, waarbij zowel de moeder als de vader, vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig waren. De moeder voerde aan dat de gronden voor de ondertoezichtstelling ontbraken en dat de motivering van de rechtbank onvoldoende was. Zij uitte zorgen over de omgangsregeling tussen de minderjarige en de vader, die betrokken was bij criminele activiteiten en geen vast woonadres had. De vader daarentegen stelde dat hij hulp nodig had om afspraken met de moeder te maken en vond de ondertoezichtstelling noodzakelijk.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen overwogen en geconcludeerd dat de minderjarige ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd door de slechte onderlinge verstandhouding tussen de ouders. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd, waarbij de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar werd bekrachtigd. Het hof oordeelde dat zonder de betrokkenheid van een gezinsvoogdijwerker de ouders niet in staat zijn om een constructieve omgangsregeling te realiseren, wat noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de minderjarige. De beslissing van het hof is op 9 augustus 2018 openbaar uitgesproken door mr. H. van Winkel.