ECLI:NL:GHSHE:2018:328

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
30 januari 2018
Publicatiedatum
30 januari 2018
Zaaknummer
200.169.181_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Koopovereenkomst en non-conformiteit van een aanhangwagen met bijzonder gebruik

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep in een geschil over een koopovereenkomst van een aanhangwagen. De appellant, vertegenwoordigd door mr. A.I. Cambier, heeft de zaak aangespannen tegen de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. P.H. Pijpelink. De procedure is een vervolg op eerdere tussenarresten van het hof, waarin onder andere de mogelijkheid van overneming van het geding door de bewindvoerder van de geïntimeerde aan de orde kwam. De appellant heeft de bewindvoerder opgeroepen, maar deze heeft aangegeven het geding niet over te nemen. Hierdoor kon de procedure buiten bezwaar van de boedel worden voortgezet.

Het hof heeft vastgesteld dat partijen aan het vonnis in eerste aanleg hebben voldaan, waarbij de appellant de koopprijs heeft terugbetaald en de aanhangwagen is teruggeleverd aan de appellant. De aanhangwagen staat klaar voor onderzoek in een andere procedure. Het hof heeft de zaak aangehouden voor akte aan de zijde van de appellant, met het doel om de voortgang van het deskundigenbericht in de aanhangige procedure te volgen. De uitspraak is gedaan op 30 januari 2018 door een meervoudige kamer van het hof, bestaande uit drie rechters.

Uitspraak

GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.169.181/01
arrest van 30 januari 2018
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
verder: [appellant] ,
advocaat: mr. A.I. Cambier te Axel,
tegen
[geïntimeerde] ,
h.o.d.n. [handelsnaam geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
verder: [geïntimeerde] ,
advocaat: mr. P.H. Pijpelink te Terneuzen,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 2 februari 2016, 5 april 2016 en 27 juni 2017 in het hoger beroep van de door de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, onder zaaknummer 206715/10-1512 gewezen vonnissen van 11 juni 2014 en 1 april 2015.

9.Het verdere verloop van het geding

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenarrest van 27 juni 2017;
- het exploot van oproeping van bewindvoerder [bewindvoerder] van 21 juli 2017;
- de akte van [geïntimeerde] van 17 oktober 2017 (brief van de bewindvoerder van
13 oktober 2017);
- de antwoordakte van [appellant] van 14 november 2017.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

10.De verdere beoordeling

10.1
Bij tussenarrest van 27 juni 2017 heeft het hof het geding geschorst teneinde [appellant] de gelegenheid te geven om binnen vier weken de bewindvoerder in de schuldsanering van [geïntimeerde] tot overneming van het geding op te roepen. De zaak is naar de rol verwezen voor uitlating door (de bewindvoerder van) [geïntimeerde] over de overneming van het geding, beantwoording van de vragen gesteld in rechtsoverweging 8.4 van dat tussenarrest en voor verdere uitlatingen over de nieuwe situatie.
10.2
Naar aanleiding hiervan heeft [appellant] de bewindvoerder tot overneming van het geding opgeroepen. Deze heeft laten weten het geding niet over te nemen, zodat ontslag van instantie gevraagd kan worden dan wel voortzetting van het geding buiten bezwaar van de boedel.
10.3
[appellant] heeft geen ontslag van instantie gevraagd en laten weten dat buiten bezwaar van de boedel voort geprocedeerd dient te worden. Dit betekent dat de schorsing van het geding is geëindigd en het geding buiten bezwaar van de boedel door [geïntimeerde] wordt voortgezet.
10.4
In het tussenarrest van 27 juni 2017 (r.o. 8.4) heeft het hof partijen verder verzocht zich erover uit te laten of aan het vonnis in eerste aanleg (betaling hoofdsom en proceskosten) is voldaan en wat de gevolgen van die voldoening zullen zijn nu op [geïntimeerde] de schuldsaneringsregeling van toepassing is, en of mr. Pijpelink bij voortzetting van het geding de procesvertegenwoordiging voortzet. Partijen konden zich ook overigens uitlaten over de nieuwe situatie.
10.5
Naar aanleiding hiervan zijn van de kant van [geïntimeerde] geen verdere mededelingen gedaan. Mr. Pijpelink heeft zich niet onttrokken als advocaat van [geïntimeerde] , zodat het hof ervan uitgaat dat hij de procesvertegenwoordiging voortzet.
[appellant] heeft laten weten dat partijen aan het vonnis in eerste aanleg hebben voldaan: [appellant] heeft de koopprijs terugbetaald en [geïntimeerde] heeft de aanhanger aan hem terug geleverd. De aanhanger staat gereed om in de procedure tegen [B.V.] door de benoemde deskundige te worden onderzocht, aldus [appellant] .
10.6
[appellant] doelt hiermee op de procedure tussen [appellant] en [B.V.] BV (zaaknummer 200.169.504/01), waarin een deskundigenbericht is bepaald. Dit deskundigenbericht betreft de aanhanger waar de onderhavige procedure over gaat. Met het oog hierop heeft het hof in het tussenarrest van 5 april 2016 de zaak aangehouden (r.o. 5.4). Het is het hof ambtshalve bekend dat in de zaak met zaaknummer 200.169.504/01 het deskundigenbericht binnenkort wordt verwacht. Aansluitend bij hetgeen in dat tussenarrest is overwogen, zal het hof de zaak opnieuw aanhouden voor akte aan de zijde van [appellant] .

11.De uitspraak

Het hof:
stelt vast dat het geding buiten bezwaar van de boedel wordt voortgezet;
verwijst de zaak naar de rol van dinsdag 8 mei 2018 voor akte aan de zijde van appellant met het hiervoor onder 10.6 vermelde doel (daarna antwoordakte geïntimeerde);
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. B.A. Meulenbroek, O.G.H. Milar en M.G.W.M. Stienissen en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 30 januari 2018.
griffier rolraadsheer