[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Sovjet-Unie) op [geboortedatum in het jaar] 1991,
zonder bekende vaste woon- en/of verblijfplaats hier te lande,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in de penitentiaire inrichting Zuid West –
De Dordtse Poorten te Dordrecht.
Bij voormeld vonnis heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van ‘(mede)plegen van oplichting en/of poging oplichting’, zoals onder feit 1 aan hem ten laste is gelegd. De verdachte is ter zake van ‘medeplegen van poging tot oplichting’ (feit 2) en ‘oplichting, meermalen gepleegd’ (feiten 3, 4 en 5) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van voorarrest.
Voorts heeft de rechtbank de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van € 3.500,00, onder afwijzing van het meer of anders gevorderde. De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] ten bedrage van € 1.900,00 is integraal toegewezen. De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] is gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van € 39.850,00. In het overige deel van de vordering is [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk verklaard. De verdachte is veroordeeld in de proces- en executiekosten aan de zijde van de benadeelde partijen.
Ten behoeve van de slachtoffers is tevens telkens de schadevergoedingsmaatregel opgelegd.
Ten slotte heeft de rechtbank het strafvorderlijke beslag ex artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering op een onder de verdachte inbeslaggenomen personenauto van het merk Hyundai met [kenteken] opgeheven.
De officier van justitie in het arrondissement Oost-Brabant heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Het namens de verdachte ingestelde hoger beroep d.d. 11 augustus 2015 is bij akte d.d. 12 januari 2018 ingetrokken.
Omvang van het hoger beroep
Op 14 januari 2015 is ex artikel 94a van het Wetboek van Strafvordering conservatoir beslag gelegd op een onder de verdachte inbeslaggenomen personenauto van het merk Hyundai met [kenteken] . Hiermee is het eerder gelegde strafvorderlijke beslag op die auto omgezet in een conservatoir beslag. Het conservatoir beslag strekt tot bewaring van het recht van verhaal van een op te leggen maatregel ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel en een op te leggen schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank heeft bij het vonnis waarvan beroep het strafvorderlijke beslag op genoemde auto opgeheven. Gelet op het voorgaande rustte er evenwel geen strafvorderlijk beslag, maar slechts conservatoir beslag op de personenauto.
Ter terechtzitting van het gerechtshof van 16 januari 2018 hebben zowel de verdediging als het Openbaar Ministerie te kennen gegeven zich niet te verzetten tegen handhaving van vorenbedoeld conservatoir beslag. Beide procespartijen hebben aangegeven dat het hof geen beslissing omtrent het beslag hoeft te nemen. Gelet op die omstandigheid zal het hof daarover thans geen beslissing nemen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 16 januari 2018, alsmede het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg van 8 januari 2015 en 21 juli 2015.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het onder feiten 1A primair, 1B primair, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde (zoals gewijzigd in hoger beroep) bewezen zal verklaren en de verdachte te dien aanzien zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de advocaat-generaal geconcludeerd tot integrale toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen, telkens met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] is verzocht de verdachte hoofdelijk te veroordelen tot een bedrag van € 7.500,00.
De raadsman van de verdachte heeft met betrekking tot het onder feit 1A en 1B ten laste gelegde vrijspraak bepleit. Voor wat betreft de strafmaat kan de verdachte zich vinden in de door de rechtbank opgelegde straf. Tegen de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] is geen verweer gevoerd. Gelet op de bepleite vrijspraak van feit 1A heeft de raadsman verzocht de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering voor zover deze betrekking heeft op een bedrag van € 7.500,00. Met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] en de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor het overige, heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van het gerechtshof, met dien verstande dat is verzocht niet meer toe te wijzen dan de rechtbank heeft gedaan.
Het bestreden vonnis zal worden vernietigd omdat in hoger beroep de tenlastelegging en aldus de grondslag van het onderzoek is gewijzigd.
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzittingen in eerste aanleg en ter terechtzitting in hoger beroep – ten laste gelegd dat:
1A.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2014 tot en met 15 september 2014 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch, en/of in 's-Hertogenbosch en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de heer [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 7.500 euro, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid tegen die [slachtoffer 1] gezegd:
- dat de vader van verdachte en/of de vriendin van [medeverdachte] in respectievelijk de Oekraïne en Armenië (althans in het buitenland) worden gegijzeld althans vastgehouden, althans dat de vader van verdachte en/of de vriendin van [medeverdachte] worden gegijzeld althans vastgehouden, en/of
- indien er voor een bepaalde termijn geen losgeld betaald zou worden de vader van verdachte en/of de vriendin van [medeverdachte] om het leven zou/zouden worden gebracht, waardoor die [slachtoffer 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte,
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2014 tot en met 15 september 2014 te Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch en/of in ’s-Hertogenbosch en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de heer [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 7.500 euro, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid tegen die [slachtoffer 1] gezegd:
- dat de vader van verdachte en/of de vriendin van [medeverdachte] in respectievelijk de Oekraïne en Armenië (althans in het buitenland) worden gegijzeld althans vastgehouden, althans dat de vader van verdachte en/of de vriendin van [medeverdachte] worden gegijzeld althans vastgehouden, en/of
- indien er voor een bepaalde termijn geen losgeld betaald zou worden de vader van verdachte en/of de vriendin van [medeverdachte] om het leven zou/zouden worden gebracht,
waardoor die [slachtoffer 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 augustus 2014 tot en met 15 september 2014 te Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch en/of in ’s-Hertogenbosch en/of elders in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door tezamen en in vereniging met een ander(en), althans alleen, op 5 september 2014 telefonisch contact met die [slachtoffer 1] te hebben en/of te onderhouden omtrent voornoemde gijzeling en/of losgeld;
1B.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2014 tot en met 15 september 2014 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch, en/of 's-Hertogenbosch en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander(en), althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de heer [slachtoffer 1] te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag van 10.000 euro, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid tegen die [slachtoffer 1] gezegd:
- dat de vader van verdachte en/of de vriendin van [medeverdachte] in respectievelijk de Oekraïne en Armenië (althans in het buitenland) worden gegijzeld althans vastgehouden, althans dat de vader van verdachte en/of de vriendin van [medeverdachte] worden gegijzeld althans vastgehouden, en/of
- indien er voor een bepaalde termijn geen losgeld betaald zou worden de vader van verdachte en/of de vriendin van [medeverdachte] om het leven zou/zouden worden gebracht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2014
tot en met 15 september 2014 te Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch, en/of ’s-Hertogenbosch en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander(en), althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de heer [slachtoffer 1] te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag van 10.000 euro, in elk geval van enig goed,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk –
zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid tegen die [slachtoffer 1] gezegd:
- dat de vader van verdachte en/of de vriendin van [medeverdachte] in respectievelijk de Oekraïne en Armenië (althans in het buitenland) worden gegijzeld althans vastgehouden, althans dat de vader van verdachte en/of de vriendin van [medeverdachte] worden gegijzeld althans vastgehouden, en/of
- indien er voor een bepaalde termijn geen losgeld betaald zou worden de vader van verdachte en/of de vriendin van [medeverdachte] om het leven zou/zouden worden gebracht,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 augustus 2014 tot en met 15 september 2014 te Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch en/of in ’s-Hertogenbosch en/of elders in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door tezamen en in vereniging met een ander(en), althans alleen, op 5 september 2014 telefonisch contact met die [slachtoffer 1] te hebben en/of te onderhouden omtrent voornoemde gijzeling en/of losgeld, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2014 tot en met 15 september 2014 te 's-Hertogenbosch en/of Rosmalen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander(en), althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de gemeente 's-Hertogenbosch althans een ander dan verdachte en diens mededader(s) te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag van 25.000 euro, in elk geval van enig goed, hebbende hij en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid tegen één of meer medewerker(s) van de gemeente 's-Hertogenbosch en/of de burgemeester van de gemeente 's-Hertogenbosch gezegd:
- dat de vader van verdachte en/of de vriendin van [medeverdachte] in respectievelijk de Oekraïne en Armenië (althans in het buitenland) worden gegijzeld althans vastgehouden, althans dat de vader van verdachte en/of de vriendin van [medeverdachte] worden gegijzeld althans vastgehouden, en/of
- indien er voor een bepaalde termijn geen losgeld betaald zou worden de vader van verdachte en/of de vriendin van [medeverdachte] om het leven zou/zouden worden gebracht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2013 tot en met 1 augustus 2014 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch, en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander(en), althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de heer [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van
- een geldbedrag van 3.500 euro, en/of
- een geldbedrag van 1.500/1.000 euro,
in elk geval één of meer geldbedragen,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid verklaart:
- dat [medeverdachte] en/of zijn ouders naar Oekraïne waren vertrokken, en/of
- daar [medeverdachte] en/of zijn ouders in Oekraïne een winkel zouden beginnen, en/of
- dat [medeverdachte] en/of zijn ouders op een gegeven moment door de maffia werden afgeperst, en/of
- dat de moeder van verdachte toen zij uit een bus stapte zou zijn doodgeschoten, en/of
- dat vervolgens [medeverdachte] ook door de maffia zou zijn opgepakt, en/of
- dat [medeverdachte] tegen afgifte van één of meer sommen geld zou worden vrijgelaten c.q. vrijgekocht kon worden,
waardoor de heer [slachtoffer 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
4.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2013 tot en met 30 september 2013 te 's-Hertogenbosch en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander(en) althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- het [slachtoffer 2] , en/of
- de heer [slachtoffer 4] en/of mevrouw [slachtoffer 5] ,
(telkens) heeft bewogen tot de afgifte van één of meer geldbedragen van 2.000 euro, in elk geval van één of meer geldbedragen, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid verklaart:
- dat verdachte’s moeder in Oekraïne was doodgeschoten en/of dat hij en/of zijn mededader(s) geld nodig hadden voor de uitvaart en dat geld niet hadden en/of dat het lichaam van de moeder van verdachte anders langs de kant van de weg gedumpt zou worden,
waardoor het [slachtoffer 2] en/of heer [slachtoffer 4] en/of mevrouw [slachtoffer 5] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
5.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot en met 21 september 2013 te 's-Hertogenbosch en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
de heer [slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 50.000 euro, in elk geval een geldbedrag, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid verklaart:
- dat [medeverdachte] in Oekraïne werd vastgehouden, en/of
- dat er een bedrag van 60.000/50.000 euro, in elk geval een geldbedrag, benodigd was aan smeergeld om hem vrij te krijgen, en/of
- dat de moeder van verdachte was overleden,
en/of
de heer [slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 1.000 euro, in elk geval een geldbedrag, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid verklaart:
- dat de moeder van verdachte was overleden, en/of
- dat de moeder van verdachte was doodgeschoten, en/of
- dat er geld nodig was voor de begrafenis van de moeder van verdachte,
waardoor de heer [slachtoffer 3] (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak van feit 1B en het onder de feiten 3, 4 en 5 telkens ten laste gelegde medeplegen
Anders dan de advocaat-generaal, maar met de verdediging is het hof van oordeel dat het procesdossier onvoldoende wettig bewijs bevat waaruit kan worden afgeleid dat de verdachte een materiële en/of intellectuele bijdrage van voldoende gewicht heeft geleverd aan het medeplegen van de poging tot oplichting van [slachtoffer 1] (feit 1B primair). Evenmin kan worden bewezen dat hij die poging tot oplichting van [slachtoffer 1] alleen heeft gepleegd. Het hof is voorts van oordeel dat er onvoldoende wettig bewijs voorhanden is dat de verdachte daarbij medeplichtig is geweest (feit 1B subsidiair). De enige aanwijzing die wijst op de mogelijke betrokkenheid van verdachte bij de poging om [slachtoffer 1] € 10.000,00 afhandig te maken, is gelegen in de verklaring van aangever [slachtoffer 1] , inhoudende: ‘Vandaag zou ik 10.000 euro aan
zeoverdragen’ (dossierpagina 311). Het hof is van oordeel dat daarmee niet aan het bewijsminimum is voldaan. Mitsdien zal de verdachte van het onder feit 1B ten laste gelegde worden vrijgesproken.
Verdachte dient voorts te worden vrijgesproken van het telkens onder de feiten 3, 4 en 5 ten laste gelegde ‘medeplegen’, nu het hof, gelijk de rechtbank, van oordeel is dat niet wettig kan worden bewezen dat de verdachte bij die feiten nauw en bewust heeft samengewerkt met medeverdachte [medeverdachte] of enige andere persoon.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder de feiten 1A primair, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1A.
hij in de periode van 1 augustus 2014 tot en met 15 september 2014 te Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch, en/of ’s-Hertogenbosch, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, de heer [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 7.500 euro, hebbende verdachte en/of zijn mededader met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – in strijd met de waarheid tegen die [slachtoffer 1] gezegd:
- dat de vader van verdachte en de vriendin van [medeverdachte] in respectievelijk Oekraïne en Armenië worden gegijzeld althans vastgehouden en
- indien er voor een bepaalde termijn geen losgeld betaald zou worden de vader van verdachte en/of de vriendin van [medeverdachte] om het leven zou/zouden worden gebracht, waardoor die [slachtoffer 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
hij in de periode van 1 augustus 2014 tot en met 15 september 2014 te 's-Hertogenbosch, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, de gemeente 's-Hertogenbosch althans een ander dan verdachte en diens mededader te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag van 25.000 euro, hebbende hij en/of zijn mededader met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – in strijd met de waarheid tegen een medewerker van de gemeente 's-Hertogenbosch en de burgemeester van de gemeente 's-Hertogenbosch gezegd:
- dat de vader van verdachte en de vriendin van [medeverdachte] in respectievelijk Oekraïne en Armenië worden gegijzeld althans vastgehouden en
- indien er voor een bepaalde termijn geen losgeld betaald zou worden de vader van verdachte en/of de vriendin van [medeverdachte] om het leven zou/zouden worden gebracht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij in de periode van 1 oktober 2013 tot en met 1 augustus 2014 te Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch, en/of ’s-Hertogenbosch, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, de heer [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van
- een geldbedrag van 3.500 euro, en
- een geldbedrag van 1.000 euro,
hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – in strijd met de waarheid verklaart:
- dat [medeverdachte] naar Oekraïne was vertrokken en
- daar [medeverdachte] op een gegeven moment door de maffia werd afgeperst en
- dat de moeder van verdachte toen zij uit een bus stapte zou zijn doodgeschoten en
- dat vervolgens [medeverdachte] ook door de maffia zou zijn opgepakt en
- dat [medeverdachte] tegen afgifte van één of meer sommen geld zou worden vrijgelaten c.q. vrijgekocht kon worden,
waardoor de heer [slachtoffer 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
4.
hij in de periode van 1 september 2013 tot en met 30 september 2013 te ’s-Hertogenbosch, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels,
- de heer [slachtoffer 4] en mevrouw [slachtoffer 5] ,
telkens heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 2.000 euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – in strijd met de waarheid verklaart:
- dat verdachte’s moeder in Oekraïne was doodgeschoten en dat hij geld nodig had voor de uitvaart en dat geld niet had en dat het lichaam van de moeder van verdachte anders langs de kant van de weg gedumpt zou worden,
waardoor het [slachtoffer 2] en heer [slachtoffer 4] en mevrouw [slachtoffer 5] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
5.
hij in de periode van 1 januari 2013 tot en met 21 september 2013 te ’s-Hertogenbosch, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, de heer [slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 40.000 euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – in strijd met de waarheid verklaart:
- dat [medeverdachte] in Oekraïne werd vastgehouden en
- dat er een bedrag van 60.000 euro benodigd was aan smeergeld om hem vrij te krijgen en
- dat de moeder van verdachte was overleden
en
de heer [slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 1.000 euro,
hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – in strijd met de waarheid verklaart:
- dat de moeder van verdachte was overleden en
- dat de moeder van verdachte was doodgeschoten en
- dat er geld nodig was voor de begrafenis van de moeder van verdachte,
waardoor de heer [slachtoffer 3] telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het arrest. Deze aanvulling wordt dan aan dit arrest gehecht.
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de vorenbedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.