5.10.Het hof gaat uit van de navolgende te verwachten kosten van levensonderhoud van de vrouw.
1. Woonlasten, inclusief gemeentelijke belastingen
Niet in geschil is dat de vrouw (thans) aan woonlasten € 850,- per maand kwijt is.
De man stelt evenwel dat de vrouw deze lasten kan delen, nu een van haar meerderjarige dochters bij haar woont en ook een van haar andere meerderjarige kinderen regelmatig bij haar verblijft. Deze kinderen genieten een inkomen zodat zij tenminste voor de helft kunnen bijdragen aan de woonlasten, aldus de man.
De vrouw betwist dat de kinderen kunnen bijdragen in de kosten van huishouding. Haar inwonende dochter kampt met een studieschuld en heeft haar eigen vaste lasten, zoals de kosten voor haar mobiele telefoon en voor haar zorgverzekering. De man is volgens haar ook niet consequent nu hij heeft aangevoerd dat een deel van het netto besteedbaar gezinsinkomen van partijen werd besteed aan de kosten van de kinderen.
Ter zitting van het hof heeft de vrouw nog naar voren gebracht dat zij thans in een klein huis woont en graag in een groter huis zou wonen waarbij er dan ook sprake zal zijn van een hogere woonlast dan de door haar genoemde € 850,-, maar dat zij dit momenteel niet kan bekostigen.
Het hof acht het redelijk bij de behoefte van de vrouw rekening te houden met een bedrag van € 600,- per maand aan woonlasten. Het hof overweegt daartoe als volgt. Het hof acht het redelijk om in beginsel met een hogere woonlast rekening te houden dan € 850,- per maand, zodat de vrouw de mogelijkheid heeft om een groter huis te betrekken dan het huis waar zij thans woont. Met de man acht het hof het daarbij wel redelijk dat in elk geval haar meerderjarige dochter, waarvan niet in geschil is dat zij bij de vrouw woont en dat zij een vast inkomen geniet, een bijdrage levert in de woonlasten van de vrouw.
2. Mobiele telefoon/kabel/internet
De vrouw stelt behoefte te hebben aan een bedrag van € 200,- per maand aan kosten van mobiele telefoon, kabel en internet, waar de man een bedrag van € 110,- per maand hiervoor redelijk acht.
Een bedrag van € 150,- per maand aan kosten van mobiele telefoon, kabel en internet komt het hof redelijk voor.
3. Verzekeringen (waaronder de zorgverzekering)
De vrouw stelt behoefte te hebben aan een bedrag van € 250,- per maand aan kosten van verzekeringen, waar de man een bedrag van € 215,- per maand hiervoor redelijk acht.
Met de vrouw acht het hof een bedrag van € 250,- per maand aan kosten van verzekeringen (waaronder de zorgverzekering) redelijk.
4. Abonnementen en lidmaatschappen
Gelet op de betwisting van de man dat de vrouw behoefte heeft aan het door haar gestelde bedrag van € 200,- per maand aan abonnementen en lidmaatschappen had het op de weg van de vrouw gelegen haar stelling te onderbouwen. Nu de vrouw dit heeft nagelaten, zal het hof rekening houden met het door de man opgevoerde bedrag voor deze post van € 50,- per maand, welk bedrag het hof niet onredelijk voorkomt.
5. Kleding
De vrouw stelt behoefte te hebben aan een bedrag van € 200,- per maand aan kosten van kleding, waar de man een bedrag van € 150,- per maand hiervoor redelijk acht.
Een bedrag van € 175,- per maand aan kosten van kleding komt het hof redelijk voor.
6. Inboedel
De man acht het niet redelijk met een bedrag aan kosten van inboedel rekening te houden bij de behoefte van de vrouw. Hij stelt dat de inboedel is verdeeld en de vrouw niet veel kosten ter vervanging heeft moeten maken. Voor zover zij al kosten heeft (gemaakt) betreft dit een tijdelijke kostenpost.
De vrouw stelt daarentegen dat zij bijna niets aan inboedel heeft ontvangen en het nog een behoorlijke tijd zal duren voordat de vrouw over een volledige inboedel beschikt. Zij stelt behoefte te hebben aan een maandelijks bedrag voor deze post van € 100,-.
Gelet op de gemotiveerde betwisting van de man dat de vrouw behoefte heeft aan een bedrag aan kosten inboedel had het op de weg van de vrouw gelegen haar stelling te onderbouwen. Nu de vrouw dit onvoldoende heeft gedaan, zal het hof geen rekening houden met een maandelijks bedrag aan kosten inboedel. Voor zover de vrouw incidenteel kosten voor haar inboedel dient te maken, valt dit onder de post onvoorziene uitgaven.
7. Ziektekosten niet gedekt door zorgverzekering
Het hof acht het gezien de stukken en gezien de klachten en de leeftijd van de vrouw voorshands aannemelijk dat de vrouw gemiddeld € 50,- per maand niet vergoede ziektekosten heeft. De man heeft daartegen onvoldoende gemotiveerd ingebracht dat de vrouw geen behoefte heeft aan een maandelijks bedrag aan niet vergoede ziektekosten, zodat het hof bij de becijfering van de behoefte van de vrouw rekening zal houden met een bedrag van € 50,- per maand aan niet vergoede ziektekosten.
8. Boodschappen
De vrouw stelt behoefte te hebben aan een bedrag van € 400,- per maand aan kosten van boodschappen, waar de man een bedrag van € 200,- per maand hiervoor redelijk acht.
Een bedrag van € 300,- per maand aan kosten van boodschappen komt het hof redelijk voor.
9. Vervoer
De vrouw heeft in haar verweerschrift gesteld dat zij behoefte heeft aan een bedrag van € 150,- per maand aan vervoerskosten, waaronder de kosten voor de auto.
De man heeft ter zitting van het hof onbetwist gesteld dat de vrouw niet langer over een eigen auto beschikt, althans dat zij zelf niet meer in de auto rijdt, zodat het hof het met de man redelijk acht bij de behoefte van de vrouw rekening te houden met het door hem opgevoerde bedrag van € 75,- per maand aan vervoerskosten.
10. Recreatie waaronder vakantie
De vrouw stelt behoefte te hebben aan een bedrag van € 480,- per maand aan kosten van recreatie, waaronder vakantie, waar de man een bedrag van € 150,- per maand hiervoor redelijk acht.
Een bedrag van € 200,- per maand aan kosten van recreatie, waaronder vakantie, komt het hof redelijk voor.
11. Besparing oude dag en onvoorziene uitgaven
De man stelt dat met kosten voor deze post geen rekening dient te worden gehouden, nu de vrouw al pensioen opbouwt en hij zelf niet financieel in staat is om geld te sparen voor zijn oude dag.
De vrouw acht het daarentegen redelijk om een bedrag van € 250,- per maand te sparen voor haar oude dag en voor onvoorziene uitgaven. De man heeft een goed inkomen en kan, voor zover hij dat wenst, hier ook geld voor opzij zetten, aldus de vrouw.
Met de vrouw acht het hof het redelijk bij de behoefte van de vrouw rekening te houden met een maandelijks bedrag aan besparing oude dag en onvoorziene uitgaven. Een bedrag van € 100,- per maand acht het hof hiervoor redelijk.