Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
De rechtbank stelt gezien de dossierstukken en gehoord hetgeen ter zitting naar voren is gebracht vast dat de schuldenaar vanaf maart 2017 niet heeft voldaan aan zijn informatieverplichting. Tot maart 2017 heeft de schuldenaar telkens pas informatie verstrekt als hier door de bewindvoerder om werd gevraagd. De opmerking van de schuldenaar dat hij niet wist dat hij de bewindvoerder stelselmatig uit eigen beweging diende te informeren gaat voor de rechtbank niet op. De schuldenaar heeft immers bij aanvang van de schuldsaneringsregeling een “verklaring verplichtingen in de schuldsaneringsregeling" getekend waarin staat aangegeven dat de schuldenaar uit eigen beweging de benodigde informatie dient te geven aan de bewindvoerder. Tevens staat hierbij aangegeven dat indien de bewindvoerder om informatie moet vragen het eigenlijk al te laat is. Bovendien heeft de bewindvoerder in haar periodieke verslagen regelmatig aangegeven dat de schuldenaar niet aan zijn informatieverplichting heeft voldaan. Daar komt bij dat er op 8 oktober 2015 een verhoor heeft plaatsgevonden omdat de schuldenaar niet aan zijn informatieverplichting voldeed. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de schuldenaar voldoende is gewezen op de inhoud van zijn informatieverplichting en op het feit dat hij niet naar behoren aan deze verplichting voldeed. Indien de schuldenaar regelmatig van diverse instanties / personen zijn post niet ontvangt dan dient hij hiervoor zelf een oplossing te zoeken. Het had op de weg van de schuldenaar gelegen uit te zoeken wat het probleem is en op zoek te gaan naar een oplossing. Uit niets is gebleken dat de schuldenaar hierin actie heeft ondernomen. Ook de opmerking van de schuldenaar dat hij tijdens kantooruren moet werken en daardoor niet in staat is om contact op te nemen met de bewindvoerder gaat voor de rechtbank niet op. Deschuldenaar had naar het oordeel van de rechtbank ook hiervoor - eventueel in overleg met de bewindvoerder - zelf een oplossing moeten bedenken.