In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 19 juni 2017, waarin een zorgregeling voor de minderjarige kinderen is vastgesteld. De vader, vertegenwoordigd door mr. A.G.J. de Vries, verzoekt de beschikking te vernietigen. De bijzondere curator, mr. J. Stappaerts-Zijlmans, vertegenwoordigt de minderjarigen, terwijl de moeder als belanghebbende is aangemerkt. De Raad voor de Kinderbescherming is ook betrokken in deze procedure. Tijdens de mondelinge behandeling op 31 mei 2018 zijn de vader, de moeder, de bijzondere curator en de vertegenwoordiger van de raad gehoord. De kinderen hebben ook hun mening kenbaar gemaakt. De ouders zijn eerder gehuwd geweest en hebben samen twee kinderen, die bij de moeder verblijven. De rechtbank had eerder een regeling getroffen voor het verblijf van de kinderen en de contactregeling met de vader. De vader is het niet eens met de beslissing van de rechtbank en heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting hebben de partijen overeenstemming bereikt over een nieuwe contactregeling, waarbij de vader nu recht heeft op contact met de kinderen op zaterdag van 12.00 uur tot 22.00 uur. Het hof heeft besloten de verdere behandeling van de zaak aan te houden tot 11 oktober 2018 om de evaluatie van de contactregeling af te wachten. De beschikking is op 12 juli 2018 uitgesproken in het openbaar.