ECLI:NL:GHSHE:2018:2925
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanslag rioolheffing 2016 en de bewijsvoering van de belanghebbende
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aanslag rioolheffing 2016 die aan belanghebbende, een campingexploitant, was opgelegd. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, maar de heffingsambtenaar handhaafde deze. De Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, waarna belanghebbende in hoger beroep ging. De kern van het geschil was of de aanslag op basis van het juiste waterverbruik was opgelegd. De belanghebbende stelde dat door lekkages minder water via de riolering was afgevoerd dan door de gemeente was berekend. Het Hof oordeelde dat de belanghebbende niet voldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat een bepaalde hoeveelheid water niet was afgevoerd. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de schatting van de lekkage door de belanghebbende niet voldoende onderbouwd was. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Tevens werd bepaald dat er geen redenen waren om het griffierecht te vergoeden of om de proceskosten te vergoeden.