Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/286669/ HA ZA 14-614)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord met producties;
- de akte van [appellante] met producties;
- de antwoordakte van [geïntimeerde] .
3.De beoordeling
€ 2.185.000,00 werd daartoe vrijgemaakt.
“We hebben afgelopen vrijdag bij [bank 1] Bank goede vorderingen gemaakt. Zij stellen wellicht nog de voorwaarde dat voor jullie ipv [onroerend goed] andere panden als onderpand kunnen dienen. We komen daar deze week nog op terug”.
“Ik zal morgen dit aan mijn vader vertellen. Andere onderpanden dan [onroerend goed] zal denk ik niet gaan. Dit is een harde onderpand in mijn ogen. Bedrijfspanden genieten zeker niet, zoals je weet, onze voorkeur. De wil van [bank 1] Bank versterkt dat gevoel”.
“De [bank 1] bank wil de gronden van de [onroerend goed] in onderpand omdat zij geen vastgoedkennis in huis hebben. De panden waarover ik sprak zijn reeds in verkoop en betreffen [adres 1] [plaats 1] , [adres 2] [plaats 2] (wegenbouw) en [adres 3] [plaats 1] . Tezamen hebben deze panden een waarde van € 5,5 miljoen en een restfinanciering van € 2,3 miljoen. Voor de duidelijkheid, het betreft een financiering tot 1 oktober a.s. en heeft verder niets te maken met een eventuele toekomstige situatie. In die zin maakt het volgens mij niet uit welk onderpand je hebt omdat het maar tijdelijk is”.
“Wellicht kunnen we de [haven] als onderpand nemen, dit is in feite hetzelfde verhaal als de [onroerend goed] . Dit betreft een perceel met een waarde van € 13 miljoen waarop een lening rust van € 3 miljoen.”.
“We zijn al weer een paar weken verder en er is nog niet een officieel stuk getekend over de lening aan [familie] door [appellante] . Dat knaagt aan me. Reden is het onderpand dat garant dient te staan. Wij zijn en blijven van mening dat de [onroerend goed] dit onderpand moet zijn”.
€ 2.185.000,- aan [familie] Holding overgemaakt. Dat op dat moment reeds een afspraak was gemaakt dat [appellante] dit bedrag enkel ter beschikking stelde onder de voorwaarde dat ten behoeve van [appellante] een recht van tweede hypotheek zou worden gevestigd op het [terrein] , is door [appellante] niet gesteld.