ECLI:NL:GHSHE:2018:2876

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
21 juni 2018
Publicatiedatum
9 juli 2018
Zaaknummer
000515-18
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verdachte in hoger beroep tegen verzoek tot schorsing voorlopige hechtenis

Op 21 juni 2018 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door een verdachte tegen de beslissing van de rechtbank, die een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis had afgewezen. De verdachte, die zonder vaste woon- of verblijfplaats was en thans verbleef in een detentieplaats, had tijdig beroep aangetekend tegen deze afwijzing. Tijdens de procedure heeft het hof kennisgenomen van een schriftelijke verklaring van de verdachte, waarin hij afstand deed van het recht om in raadkamer te worden gehoord.

Het hof heeft de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte gehoord en heeft vervolgens de beslissing van de rechtbank beoordeeld. Het hof oordeelde dat de verdachte niet-ontvankelijk moest worden verklaard in het hoger beroep, omdat volgens artikel 406, eerste en tweede lid van het Wetboek van Strafvordering, dit hoger beroep slechts gelijktijdig met het appel tegen de einduitspraak kon worden toegelaten.

De beschikking werd op dezelfde dag, 21 juni 2018, door de voorzitter en de raadsheren van het hof vastgesteld, en de advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht. De zaak benadrukt de strikte voorwaarden waaronder hoger beroep kan worden ingesteld in strafzaken, vooral met betrekking tot voorlopige hechtenis.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling strafrecht
Bijzondere zaak, nummer: [nummer]
Parketnummer 1e aanleg: [nummer]
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien de akte van de griffier van de rechtbank [plaats] van [datum] , waarbij namens:

[naam verdachte]

geboren [datum] te [plaats]
Thans zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans verblijvende in [detentieplaats]
hoger beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank [plaats] van [datum] bij welke beslissing het verzoek tot schorsing van de aan [naam verdachte] opgelegde voorlopige hechtenis werd afgewezen.
Het hof heeft gezien de beslissing waarvan beroep.
Het hof heeft gezien een schriftelijke verklaring van de verdachte, waarin deze kenbaar maakt afstand te doen van de mogelijkheid om in raadkamer te worden gehoord.
Het hof heeft kennis genomen van de akte rechtsmiddel waarbij namens verdachte tijdig beroep is aangetekend tegen het afgewezen verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en de raadsman van verdachte.
Het hof is van oordeel dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het ingestelde hoger beroep tegen de beslissing tot afwijzing van het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis, aangezien, gelet op artikel 406, eerste en tweede lid van het Wetboek van Strafvordering, dit hoger beroep slechts gelijktijdig met het appel tegen de einduitspraak toegelaten is.

BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:

Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Aldus gedaan op 21 juni 2018
door mr. R.A.T.M. Dekkers, voorzitter, mr. F.J.M. Walstock en mr. G.P.M.F. Mols, raadsheren, in tegenwoordigheid van mw. B. Yazi-Koçyilmaz, griffier.
De advocaat-generaal bij dit Gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte.
's-Hertogenbosch, 21 juni 2018
Gezien d.d.
De directeur van PI Zuid Oost - HvB Ter Peel