ECLI:NL:GHSHE:2018:2874
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- R.A.T.M. Dekkers
- F.J.M. Walstock
- G.P.M.F. Mols
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het hoger beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis
Op 21 juni 2018 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de voorlopige hechtenis van een verdachte die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft. De verdachte was in hoger beroep gegaan tegen de beslissing van de rechtbank die het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis had afgewezen. Het hof heeft de zaak behandeld en kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de akte van de griffier en het dossier. De verdachte wordt beschuldigd van poging doodslag in vereniging op agenten van de politie en het telen van een grote hoeveelheid hennepplanten. De rechtbank had geoordeeld dat er voldoende ernstige bezwaren waren voor beide feiten, en het hof heeft deze beoordeling bevestigd. Het hof heeft vastgesteld dat het primair aan de verdachte verweten feit, poging tot doodslag, een strafbaar feit is waarvoor een gevangenisstraf van twaalf jaar of meer kan worden opgelegd, wat de rechtsorde ernstig schokt. Daarnaast heeft het hof het vluchtgevaar en recidivegevaar van de verdachte in overweging genomen, gezien zijn situatie zonder vaste woon- of verblijfplaats en zijn betrokkenheid bij de hennepkweek. Het hof heeft het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, omdat er geen bijzondere omstandigheden zijn aangevoerd die het belang van de samenleving zouden doen wijken voor het persoonlijk belang van de verdachte. De beslissing van de rechtbank is bevestigd en het hoger beroep is afgewezen.