3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
a. a) [appellante] oefent een praktijk uit op het gebied van fysiotherapie en revalidatiegeneeskunde met verschillende vestigingen in [provincie] .
b) [geïntimeerde] was vanaf de oprichting op 12 december 2012 tot januari 2014 één van de drie bestuurders van de Stichting [stichting] (hierna te noemen: de Stichting). [geïntimeerde] was alleen/zelfstandig bevoegd de Stichting te vertegenwoordigen. De Stichting had verschillende locaties in Nederland en moest voorzien in de behoefte aan medisch specialistische patiëntenzorg in (poli)kliniek- en/of dagbehandeling, in het bijzonder revalidatiezorg.
c) [appellante] en de Stichting hebben eind 2012 dan wel begin 2013 onderhandeld over de uitvoering door [appellante] (als opdrachtnemer) van revalidatiegeneeskundige behandelingen voor de Stichting (als opdrachtgever). Daarbij is de modelovereenkomst ter sprake gekomen die de Stichting hanteerde. Bij die modelovereenkomst bevindt zich een bijlage 2, houdende een concurrentiebeding. Dat beding houdt het volgende in:
“Opdrachtnemer heeft inspraak in een tevoren afgebakend gebied over eventuele nieuwe te contracteren opdrachtnemers.Opdrachtgever zal opdrachtnemer betrekken in de keuze dit gebied zelf te exploiteren, dan wel dit gebied door een andere opdrachtnemer te laten exploiteren.
Opdrachtnemer heeft een beslissende stem in het toelaten van nieuwe opdrachtnemers in een straal van 10 km rond haar praktijken (hoofdvestiging en dependances).
Opdrachtgever en opdrachtnemer voeren ten alle tijden overleg over nieuwe of geïnteresseerde opdrachtnemers in een straal van 10 km rond de praktijken (….) van de opdrachtnemer.
Opdrachtnemer is akkoord bij aanvang van deze overeenkomst met de volgende collega opdrachtnemers in haar regio:
Praktijk A:
Praktijk B:
Praktijk C:”.
d) [appellante] heeft voorgesteld dat zij inspraak zou hebben over eventuele nieuwe te contracteren opdrachtnemers in een straal van 30 km rond haar (toenmalige en toekomstige) praktijken en dat zij een beslissende stem zou hebben over opdrachtnemers in een straal van 20 km rond die praktijken.
e) Blijkens een e-mail van de Stichting van 18 februari 2013 ontving [appellante] toen de definitieve versie van het contract met bijlagen. Daarin is de onder c) genoemde straal van 10 km gewijzigd in (steeds) 25 km. Tot de laatste alinea is de modelovereenkomst niet gewijzigd. Als laatste alinea is in (bijlage 2 van) deze overeenkomst vermeld:
“Opdrachtnemer is akkoord bij aanvang van deze overeenkomst met toetreding van de volgende collega, mits er vooraf overleg is tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer, voordat aangevangen wordt met dit construct bij deze collega:- [praktijk 1] , [plaats 1][tussen partijen staat vast dat hier [plaats 2] dient te staan]
-
[praktijk 2] , [plaats 3] ;
- [praktijk 3] , [plaats 1] .”hierna te noemen: de drie praktijken].
f) Een e-mail van [appellante] aan de Stichting van 24 februari 2013 houdt onder meer in:
“Bijlage 2 is gezien de situatie in [provincie] toch echt wel heel anders dan in [plaats 4] of zo. Minder mensen over meer m2 verspreid dus groter concurrentiegebied om eea rendabel te maken gerechtvaardigd. Vandaar nogmaals mijn bijlage 2 opgestuurd; graag deze bijlage 2 aan mijn specifieke contract dus aanpassen conform geschrevene in bijlage 2 word file (bijlage met mijn aanpassingen bijgesloten). Akkoord?!”
g) Als antwoord op laatstgenoemde e-mail houdt een e-mail van [geïntimeerde] aan [appellante] d.d. 24 februari 2013 onder meer in:
“- de bijlage 2: dat regel ik en is mijn verantwoording
[bedrijf 1] is groot kunnen worden doordat we elkaar allemaal de handel gunnen. Ik gun dat jou in [plaats 5] , terwijl ikzelf in (mijn oude) praktijk in [plaats 3] het niet doe. Waarom niet: omdat jij dit beter kan dan [bedrijf 2] . Ik leef van abbonnementen, daarvan kan ik mooie dingen doen, dingen die je nu ervaart in de vorm van het aanbieden van Revalidatiegeneeskunde.
Ik kan heel helder zijn over de Revalidatie in [provincie] :
- dat is jouw praktijk in [plaats 5] , en je mag het aanbieden in al je andere (toekomstige) praktijken.
- ik wil wel specifieke afspraken maken over je communicatie-uitingen in [plaats 2] . Dat moet sowieso in samenspraak gaan met [praktijk 1] . IK WIL GEWOON GEEN LANDJE PIK. Misschien dat ik in de toekomst samen met [medewerker praktijk 3] van [praktijk 3] in [plaats 1] op kleine schaal voor hun specifieke clientele revalidatie aan wil bieden. Dat is een misschien, maar die kans wil ik voor die jongens wel open laten. Hetzelfde geldt voor [medewerker praktijk 2] mbt [praktijk 2] . Hij geeft goede contacten met de cardiologen van [locatie] . [medewerker praktijk 2] ziet het zitten om specifieke cardiorevalidatie aan te bieden.
Bovenstaande is alles wat [provincie] aangaat.
Jij je handel.
[medewerker praktijk 2] zijn cardiohandel
[praktijk 1] hun geriatrische en kinderreva handel
[medewerker praktijk 3] en [derde] hun [plaats 1] handel.
(….) Het contract wil ik donderdag tekenen. Samen moeten we kijken of uit bovenstaande heel specifiek de bijlage 2 kunnen maken.
Wanneer je akkoord bent met bovenstaande kan ik dit iig al verwerken in de bijlage en kan daar ook een handtekening onder.”
h) De antwoord e-mail van [appellante] d.d. 25 februari 2013 houdt onder meer in:
“Prima, daar kan ik goed mee leven inderdaad!
Da’s duidelijke, open en wat mij betreft ook heel eerlijke en naar iedereen uitlegbare taal. En van die combinatie in communicatie hou ik, bedankt!
Wat mij betreft plak en knip je onderstaande in zijn geheel in bijlage 2, dan is dat maar duidelijk voor iedereen en voor geen andere uitleg meer vatbaar!”
i. i) De onder e) genoemde definitieve versie van het contract is zonder dat daarin wijzigingen waren aangebracht op 28 februari 2013 door [appellante] ondertekend. De overeenkomst was toen al door het bestuur van de Stichting getekend.
j) De Stichting heeft in 2013 met de drie praktijken overeenkomsten gesloten waarbij deze zonder enige beperking werden toegelaten tot de revalidatiegeneeskunde.