Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg d.d. 15 maart 2018 in de zaak met nummer C/02/319419 / FA RK 16-4755;
- het faxbericht van de vader d.d. 1 maart 2018, ter griffie ingekomen op diezelfde datum;
- de brief van de vader d.d. 3 april 2018, ter griffie ingekomen op diezelfde datum;
- de lijst van bijlagen van de vader, met bijlagen, ter griffie ingekomen op 4 april 2018;
- de brief van de bijzondere curator d.d. 25 mei 2018, ter griffie ingekomen op diezelfde datum;
- de brief van de bijzondere curator d.d. 28 mei 2018, ter griffie ingekomen op diezelfde datum;
- de brief van de advocaat van de moeder d.d. 30 mei 2018, ter griffie ingekomen op diezelfde datum;
- de brief van de advocaat van de vader d.d. 30 mei 2018, ter griffie ingekomen op diezelfde datum;
- het verslag van de bevindingen van de bijzondere curator, ter griffie ingekomen op 8 juni 2018.
3.De feiten en beoordeling
[minderjarige 1](hierna: [minderjarige 1] ), op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats] ;
[minderjarige 2](hierna: [minderjarige 2] ), op [geboortedatum] 2004 te [geboorteplaats] ;
[minderjarige 3](hierna: [minderjarige 3] ), op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats] .
- dat partijen de werking van de door de vader bestreden beschikking van 12 april 2018, behoudens wat betreft de proceskostenveroordeling, als geschorst beschouwen tot de zomervakantie 2018;
- dat [minderjarige 2] en [minderjarige 3] de huidige meivakantie bij de moeder blijven en op zaterdag 12 mei 2018 om 10.00 uur door de vader daar worden opgehaald en weer mee naar [woonplaats 2] gaan en daar blijven om hun schooljaar af te maken;
- dat [minderjarige 2] en [minderjarige 3] na de meivakantie om de week, in de weekenden aan het einde van de oneven weken, van vrijdagavond 21.00 uur tot zondagavond 18.30 uur bij de moeder zullen zijn;
- dat, in verband met een voetbalevent van het team van [minderjarige 3] op Terschelling tijdens het weekend van 25/26/27 mei 2018, het eerste omgangsweekend bij de moeder na de meivakantie een weekend eerder, namelijk van 18/19/20 mei 2018 zal zijn en dat het eerstvolgende weekend bij moeder zal zijn op 8/9/10 juni 2018;
- dat [minderjarige 2] en [minderjarige 3] de eerste week van de zomervakantie, van vrijdagavond 20 juli 2018 om plm. 21.00 uur tot 26 juli 2018 om 18.30 uur bij de moeder zullen zijn;
- dat zij aansluitend van 27 juli 2018 tot en met 15 augustus 2018 met de vader op vakantie zullen gaan;
- dat de kinderen het resterende deel van de zomervakantie vanaf 16 augustus weer bij de moeder verblijven;
- dat de duur van deze laatste vakantieperiode bij de moeder afhankelijk zal zijn van de eindbeslissing die het hof tegen die tijd naar verwachting in de bodemzaak zal hebben gegeven omtrent de hoofdverblijfplaats van de jongens.
- dat de vader tot nadere afspraak de jongens telkens brengt en ophaalt bij de moeder.
mr. H.G.E. Klatter, advocaat en forensisch mediator, kantoorhoudende te [kantoorplaats], opnieuw, tot bijzondere curator in deze procedure benoemen.
,zich na onderhavige uitspraak zal beraden welke verzoeken in hoger beroep door hem gehandhaafd worden teneinde beslist te worden door het hof en welke verzoeken in hoger beroep door hem zullen worden ingetrokken en dat de vader na beraad zulks zal berichten aan het hof, waarna de moeder door het hof in de gelegenheid gesteld zal worden zich daarover uit te laten. Partijen hebben daarnaast aangegeven dat zij zich zullen uitlaten over de proceskosten.
4.De beslissing
uiterlijk op de hierna te noemen pro forma datumhet hof schriftelijk verslag te doen van haar bevindingen, onder gelijktijdige verstrekking van een afschrift van haar rapport aan de raadslieden van partijen, de GI en de raad;
uiterlijk op de hierna te noemen pro forma datumhet hof schriftelijk verslag te doen van haar bevindingen, onder gelijktijdige verstrekking van een afschrift van haar rapport aan de raadslieden van partijen, de bijzondere curator en de raad;
29 november 2018;