Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant] ,
1.[de vennootschap] ,
2.[geïntimeerde 2] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/03/201851 / HA ZA 15-63)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaardingen in hoger beroep van 14 en 15 juli 2016;
- de memorie van grieven van [appellant] van 13 december 2016 met producties;
- de memorie van antwoord in het principaal appel tevens memorie van grieven in het incidenteel appel van [geïntimeerde 1] van 21 februari 2017 met eiswijziging;
- de memorie van antwoord in het principaal appel tevens memorie van grieven in het voorwaardelijk incidenteel appel van [geïntimeerde 2] van 21 februari 2017;
- de memorie van antwoord in het (voorwaardelijk) incidenteel appel van [appellant] van 2 mei 2017.
3.De beoordeling
“Ik zie als oorzaak voor de instorting in 2012 dat [geïntimeerde 1] verzuimd heeft een sterkteberekening van de kopgevel te maken. [geïntimeerde 2] hoefde dat volgens mij niet te doen, hij was geen opdrachtnemer van mij. [geïntimeerde 1] had de opdracht”.Het ligt voor de hand dat het allemaal anders had kunnen lopen wanneer [geïntimeerde 2] , op het moment dat hij bij de uitvoering van de opdracht van [appellant] aan [geïntimeerde 1] betrokken werd, zich ervan had vergewist of een sterkteberekening van de kopgevel voorhanden was. Dat betekent onder de hier geschetste omstandigheden evenwel niet dat het nalaten daarvan ertoe leidt dat sprake is van een onrechtmatige daad van [geïntimeerde 2] jegens [appellant] met daaruit voortvloeiende aansprakelijkheid voor de schade als gevolg van de instorting. Uitgaande van de hiervoor vermelde maatstaf is het hof van oordeel dat dit niet het geval is. Dit betekent dat grief 1 van [appellant] wordt verworpen, zodat het vonnis van 18 mei 2016 wat [geïntimeerde 2] betreft in stand blijft.
“Leveringsvoorwaarden z.o.z. en gedeponeerd bij de Arrondissementsrechtbank te Maastricht nr. [nummer] .”Op de achterzijde van de offertes zijn bedoelde voorwaarden afgedrukt. Beide offertes zijn door [appellant] mondeling aanvaard, zodat deze de inhoud van de door partijen gesloten overeenkomst weergeven. Gesteld noch gebleken is dat daarbij een uitzondering is gemaakt voor de bijbehorende algemene voorwaarden. De conclusie is dat de algemene voorwaarden op de rechtsverhouding tussen [appellant] en [geïntimeerde 1] van toepassing zijn, met inbegrip van het daarin opgenomen exoneratieclausule.