ECLI:NL:GHSHE:2018:2550
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake hoofdverblijfplaats van minderjarige na wijziging van omstandigheden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 9 juni 2017, waarin het verzoek van de moeder om de hoofdverblijfplaats van haar minderjarige kind te wijzigen, werd afgewezen. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. P.C. Smit, verzocht het hof om de beschikking te vernietigen en te bepalen dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij haar zou zijn. De vader, die ook de minderjarige heeft erkend, was het niet eens met de wijziging van de hoofdverblijfplaats.
Tijdens de mondelinge behandeling op 3 mei 2018 bevestigde de vader dat de minderjarige sinds juni 2017 feitelijk bij de moeder woont. De moeder heeft een stabiele woonsituatie en ontvangt ondersteuning van haar partner en een hulpverleenster van stichting [Wij (vestigingsnaam)]. Het hof overweegt dat de omstandigheden die ten grondslag lagen aan de eerdere beslissing inmiddels zijn gewijzigd. De vader heeft ter zitting verklaard dat hij het ook in het belang van de minderjarige vindt dat deze bij de moeder woont.
Het hof oordeelt dat het in het belang van de minderjarige wenselijk is dat hij zijn hoofdverblijf bij de moeder heeft. Het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant en wijst het verzoek van de moeder toe, waarbij het hoofdverblijf van de minderjarige bij de moeder wordt bepaald. De beschikking is uitgesproken in het openbaar op 14 juni 2018 door de rechters C.N.M. Antens, L.Th.L.G. Pellis en P.M.M. Mostermans.