ECLI:NL:GHSHE:2018:249

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
23 januari 2018
Publicatiedatum
24 januari 2018
Zaaknummer
200.176.420_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over internetdienstverlening en bewijslevering in civiele zaak

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een geschil tussen Banenmatch Investments B.V. en een vennootschap naar Spaans recht over een overeenkomst betreffende internetdienstverlening. De appellante, Banenmatch, had in hoger beroep de beslissing van de kantonrechter aangevochten, die in een eerder vonnis had geoordeeld over de betalingsverplichtingen van Banenmatch aan de geïntimeerde. Het hof had in een tussenarrest van 3 oktober 2017 de geïntimeerde toegelaten om bewijs te leveren van de gestelde overeenkomst, waarin was afgesproken dat de vennootschap bezoekers naar de website van Banenmatch zou doorverwijzen tegen een vergoeding per klik.

Tijdens de verdere procedure heeft de geïntimeerde echter afgezien van het leveren van bewijs, wat leidde tot de conclusie dat de overeenkomst niet was komen vast te staan. Het hof oordeelde dat Banenmatch slechts het door haar erkende bedrag van € 2.958,29 verschuldigd was, en dat het bestreden vonnis moest worden vernietigd. De vordering van Banenmatch om te verklaren dat er geen verder bedrag verschuldigd was, werd afgewezen, omdat een vordering in reconventie niet in hoger beroep kon worden ingesteld.

Daarnaast werden de grieven van Banenmatch met betrekking tot de rente en proceskosten besproken. De wettelijke handelsrente werd toegewezen over het erkende bedrag, en de proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en Banenmatch veroordeeld tot betaling van het erkende bedrag, vermeerderd met rente, en verklaarde het arrest uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.176.420/01
arrest van 23 januari 2018
in de zaak van
[investments] Investments B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
hierna aan te duiden als Banenmatch,
advocaat: mr. D. Beljon te Utrecht,
tegen
[de vennootschap naar Spaans recht],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als [de vennootschap naar Spaans recht] ,
advocaat: mr. R.P. Slingerland te Breda,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 3 oktober 2017 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Bergen op Zoom, onder nummer 3532766 / CV EXPL 14-5879 gewezen vonnis van 29 april 2015 tussen appellante – Banenmatch – als gedaagde en geïntimeerde – [de vennootschap naar Spaans recht] – als eiseres.

5.Het verdere procesverloop

Bij het tussenarrest is [de vennootschap naar Spaans recht] toegelaten te bewijzen dat partijen met ingang van 2012 een overeenkomst hebben gesloten inhoudende dat [de vennootschap naar Spaans recht] bezoekers op internet doorverwees (clicks) naar de website van Banenmatch, tegen betaling door Banenmatch van € 0,03 per doorverwezen bezoeker (click) tot een maximum van € 2.700,-- per maand en 90.000 clicks en dat de op de onder 3.5. van het tussenarrest genoemde facturen vermelde aantallen bezoekers (clicks) door [de vennootschap naar Spaans recht] zijn doorverwezen. [de vennootschap naar Spaans recht] heeft afgezien van enquête. Partijen hebben geen memories genomen. Het hof heeft een datum voor arrest bepaald.

6.De nadere beoordeling

6.1.
Nu [de vennootschap naar Spaans recht] geen bewijs heeft geleverd, is de door haar gestelde en door Banenmatch gemotiveerd betwiste overeenkomst niet komen vast te staan. Daarom staat ook niet vast dat Banenmatch meer is verschuldigd dan het door haar erkende bedrag van € 2.958,29 (3.5.1 van het tussenarrest). Dit betekent dat het bestreden vonnis moet worden vernietigd en dat Banenmatch moet worden veroordeeld tot betaling van de door haar erkende hoofdsom van € 2.958,29. De door Banenmatch gevorderde verklaring van recht, die ertoe strekt dat geen geldelijk bedrag meer is verschuldigd althans slechts een bedrag ter hoogte van € 2.958,29, zal worden afgewezen, nu een vordering in reconventie niet voor het eerst in hoger beroep kan worden ingesteld.
6.2.
Grief 3 betreft de rente. Deze grief faalt. De – onweersproken – wettelijke handelsrente van artikel 6:119a BW is, zoals de kantonrechter heeft geoordeeld, verschuldigd (uiteraard alleen over het bedrag van € 2.958,29).
6.3.
Grief 4 betreft de proceskosten. Deze grief slaagt. Nu iedere partij op enkele punten in het ongelijk is gesteld, zullen de proceskosten in beide instanties tussen partijen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

7.De uitspraak

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep;
en opnieuw rechtdoende:
veroordeelt Banenmatch € 2.958,29 aan [de vennootschap naar Spaans recht] te betalen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente van artikel 6:119a BW vanaf 2 mei 2014 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de proceskosten in eerste aanleg en in hoger beroep tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
wijst af het meer of anders door beide partijen gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. C.W.T. Vriezen, L.S. Frakes en J.M.W. Werker en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 23 januari 2018.
griffier rolraadsheer