9.5.3.[X] c.s. heeft gesteld dat de op [X] betrekking hebbende factuur van 28 mei 2010 met het nummer [factuurnummer] ten bedrage van € 2885,69 contant door de heer [echtgenoot van appellante 1] is betaald aan AAV. AAV heeft gemotiveerd betwist dat van deze contante betaling sprake is geweest.
Het hof is van oordeel dat [X] c.s., mede gelet op de betwisting door AAV, onvoldoende feitelijk hebben onderbouwd dat de factuur contant is voldaan aan AAV. Enig bewijs van betaling is niet overgelegd, terwijl ook niet is aangegeven wanneer en waar precies die contante betaling zou hebben plaats gevonden. Evenmin is gesteld dat contante betaling van facturen zonder betalings-/ontvangstbewijs een gebruikelijke manier van doen was in de contractuele relatie tussen AAV en [X] c.s. Voor het ambtshalve ( [X] c.s. heeft op dit punt geen bewijsaanbod gedaan) opdragen van bewijs ziet het hof geen grond. Het hof verwerpt de stellingen van [X] c.s. op dit punt dan ook. Het hof houdt de beslissing over de verschuldigdheid van het gevorderde bedrag aan in afwachting van de uitkomsten van het hierna te bespreken deskundigenbericht.
9.5.4.1. AAV stelt onder verwijzing naar de bevindingen van de door haar ingeschakelde heren [persoon A] en [persoon B] (overgelegd bij conclusie van antwoord in reconventie tevens akte wijziging en vermeerdering van eis) dat vast staat dat de gefactureerde werkzaamheden daadwerkelijk door haar zijn verricht en dat [X] c.s. de openstaande facturen dan ook ten onrechte onbetaald heeft gelaten.
9.5.4.2. [X] c.s. heeft, naast de algemene stelling dat er grote vraagtekens zijn te plaatsen bij de vraag of de door AAV gefactureerde werkzaamheden/tijdregistraties juist en/of redelijk zijn, ten aanzien van de in het geding zijnde facturen meer in het bijzonder het volgende aangevoerd:
- er zijn werkzaamheden gefactureerd die niet zijn verricht en/of niet zijn opgedragen;
- er zijn facturen met dezelfde factuurnummers maar met verschillende bedragen;
- de facturen zijn non-consistent;
- er zijn te hoge kosten voor afzonderlijke werkzaamheden opgevoerd;
- originele facturen en kopieën stemmen niet overeen;
- facturen zijn gemanipuleerd.
Ter onderbouwing van haar stellingen heeft [X] c.s. met name verwezen naar het "document bevindingen", opgesteld door de heer [persoon C] van [Z] Accountants & Adviseurs (productie 17 conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie).
9.5.4.3. Het hof overweegt als volgt.
Nu AAV betaling vordert van de openstaande facturen, ligt het, gezien de gemotiveerde betwisting van de juistheid van de facturen door [X] c.s., op de weg van AAV om te bewijzen dat de facturen correct zijn, in die zin dat de in de facturen opgevoerde werkzaamheden door [X] c.s. zijn opgedragen en door AAV zijn verricht en dat daarvoor de gefactureerde vergoeding verschuldigd is, gelet op het gehanteerde tarief en, voor zover relevant, het aantal gewerkte uren.
Dat [X] c.s. niet eerder heeft geklaagd over de inhoud van de facturen brengt, mede in het licht van de tussen partijen gevoerde discussie over het tijdstip waarop met name [appellante 1] de facturen voor het eerst onder ogen heeft gehad, niet met zich dat zij in de onderhavige procedure geen beroep op de beweerde onjuistheid van die facturen mag/kan doen. Van rechtsverwerking of het verlopen van een wettelijke of contractuele termijn voor reclameren, zo AAV daar een beroep op zou heeft willen doen, is naar het oordeel van het hof geen sprake.
Beide partijen hebben ter onderbouwing van hun standpunt een beroep gedaan op de inhoud van verklaringen van door hen ingeschakelde derden. Ten aanzien van alle drie de ingeschakelde derden (de heren [persoon C] , [persoon A] en [persoon B] ) heeft te gelden dat zij niet als onafhankelijk en/of onpartijdig beschouwd kunnen worden. Dit wordt niet alleen ingegeven door de door de ingeschakelde derden gebruikte bewoordingen van hun bevindingen (waarbij tal van (dis)kwalificaties over en weer over de ingeschakelde derden en/of partijen worden gebezigd), maar ook uit het gegeven dat zij zich niet beperken tot de vraag of de gefactureerde werkzaamheden zijn verricht en ook ingaan op tal van aspecten van het partijdebat die buiten de door hun gestelde deskundigheid liggen (zoals bijvoorbeeld of bepaalde feiten wel of niet bewezen of vast zijn komen te staan en of de inhoud van bepaalde in het geding gebrachte correspondentie van en tussen partijen al dan niet inhoudelijk correct zou zijn) en daar conclusies aan verbinden.
Verder blijkt uit de rapporten/verklaringen van de heren [persoon A] en [persoon B] niet dat zij de juistheid van de facturen hebben vastgesteld door eigen onderzoek in de administratie van AAV met betrekking tot deze facturen. Het heeft er in tegendeel alle schijn van dat zij zich met name op de door AAV ter beschikking gestelde processtukken hebben gebaseerd.
Het hof overweegt verder dat AAV bij conclusie in repliek in reconventie tevens vermeerdering en wijziging van eis in conventie een stuk heeft overgelegd van de heer [persoon Y] van 74 pagina's met 24 bijlagen. Ter onderbouwing van haar stellingen verwijst AAV onder punt 3 van deze conclusie naar dit stuk, dat zij als ingelast en herhaald wenst te zien. Van enige concrete verwijzing naar specifieke passages uit dit zeer gedetailleerde en uitgebreide stuk, op grond waarvan zou kunnen worden vast gesteld dat de gedeclareerde werkzaamheden door AAV zijn verricht, is echter geen sprake.
Het komt het hof, gelet op het voorgaande, geraden voor om een deskundigenbericht te gelasten, waarbij de onafhankelijke deskundige onder meer onderzoek verricht naar de administratie met betrekking tot alle in het geding zijnde facturen en aan de hand van dat onderzoek vast stelt of AAV op basis van de door haar met [X] en de Holding gesloten overeenkomsten, en rekening houdend met hetgeen het hof dienaangaande heeft overwogen en geoordeeld in de eerste alinea van rechtsoverweging 9.5.4.3., aanspraak maken op betaling van de volgens AAV openstaande facturen.
Het hof overweegt in dit verband dat de vraagstelling aan en het onderzoek door de deskundige geen betrekking heeft/dient te hebben op de vraag naar de inhoudelijke kwaliteit van de door AAV verrichte werkzaamheden. [X] heeft weliswaar gesteld dat AAV haar werkzaamheden niet heeft verricht op een manier die passend is bij een redelijk handelend en redelijk bekwaam accountant, maar zij heeft, in het licht van de gemotiveerde betwisting van deze stellingen door AAV, haar standpunt naar het oordeel van het hof, behoudens de hierna te bespreken fiscale kwestie, onvoldoende onderbouwd.
Het hof wijst er verder op dat AAV, onder wie zich de administratie bevindt, de deskundige volledige toegang dient te verschaffen tot deze administratie.
Het hof overweegt voorts dat het voorschot van de kosten van de deskundige door AAV dient te worden betaald, nu op haar de bewijslast rust.
De zaak zal naar de rol van 10 juli 2018 worden verwezen voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over aantal en persoon/personen van de te benoemen deskundige(n) en over de aan de deskundige(n) te stellen vragen.