De koopprijs is gebaseerd op een huurprijs van NLG 375,00 per m2 v.v.o. en NLG 2.850,00 per parkeerplaats per jaar met een aanvangsrendement van 7,65% per jaar. Indien verkoper een hogere huursom realiseert als hetgeen hiervoor is overeengekomen, wordt de (hof: koopprijs) op basis van annuïteiten verrekend. Indien de huursom lager uitvalt dan hiervoor vermeld, zal verrekening van de koopprijs plaatsvinden op basis van 7,65% aanvangsrendement.
19.4
Indien op de datum van het ondertekenen van de akte van levering het project niet volledig is verhuurd, garandeert verhuurder voor het niet-verhuurde deel van het project gedurende maximaal 5 jaar een huuropbrengst van NLG 375,00 per m2 v.v.o. en NLG 2.850,00 per parkeerplaats per jaar. Deze huurgarantie vervalt telkens voor een gedeelte voor zover huurovereenkomsten voor het project totstandkomen na de datum van levering aan koper, onverminderd het hierna bepaalde. Indien verkoper verhuurt aan een onderneming, die vanwege de korte tijd dat zij bestaat, geen duidelijkheid kan geven omtrent haar financiële gegoedheid, wordt het eerste jaar huur door verkoper gegarandeerd. Bij twijfel over een bestaande onderneming die aanhuurt (rating van 1 of 2 bij [kredietinformatiebureau 1] / [kredietinformatiebureau 2] ) garandeert verkoper de huur eveneens voor het eerste jaar. In beide situaties dient verkoper tijdig koper te informeren omtrent de verhuurmogelijkheid. Verkoper zal als verstandig verhuurder hiermee omgaan en geen huurder accepteren van wie redelijkerwijs kan worden verwacht dat de huurverplichtingen op termijn niet zullen worden nagekomen.
19.5
Indien wordt verhuurd aan een ondernemer die ten aanzien van het gebruik van het verhuurde niet voldoet aan de vereisten om in aanmerking te komen voor een met omzetbelasting belaste verhuur, zal de huurprijs ter compensatie van het nadeel voor de eigenaar worden verhoogd met 27%. (…)”
c. Op 7 maart 2001 is het kantoorpand aan [investments] geleverd en in verhuurde staat in eigendom overgedragen. [investments] heeft daarbij voornoemde koopsom ad NLG 18.481.000 (€ 8.386.312,10) aan [projectontwikkeling] voldaan.
d. [projectontwikkeling] Projectontwikkeling B.V. heeft vervolgens op 23 december 2012 haar statutaire naam gewijzigd in [geïntimeerde] B.V. [geïntimeerde] B.V. heeft op diezelfde dag haar statutaire naam gewijzigd in [projectontwikkeling] Projectontwikkeling B.V.
e. [investments] heeft [projectontwikkeling] en [geïntimeerde] op 11 januari 2007 gedagvaard voor de rechtbank Zwolle-Lelystad. [investments] heeft in deze procedure – zakelijk weergegeven – gevorderd dat de turnkey-overeenkomst zou worden vernietigd vanwege bedrog danwel dwaling, subsidiair dat de turnkey-overeenkomst zou worden ontbonden. De rechtbank Zwolle heeft in haar vonnis van 5 maart 2008 geoordeeld dat de vorderingen van [investments] zijn verjaard en heeft de vorderingen afgewezen.
f. Op 3 december 2007 is er een akte van cessie opgemaakt waarbij [investments] haar vordering op [geïntimeerde] terzake – onder meer – kantoorpand [kantoorpand] aan [appellante] heeft overgedragen.
g. [appellante] heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen voornoemd vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. Het gerechtshof Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden (thans genaamd gerechtshof Arnhem-Leeuwarden), heeft op 25 mei 2010, 28 december 2010 en 26 juli 2011 tussenarrest gewezen en op 17 juli 2012 eindarrest. Het gerechtshof heeft – zakelijk weergegeven – overwogen dat [geïntimeerde] door het bestaan van de sideletters voor [investments] verborgen te houden ernstig tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de turnkey-overeenkomst betreffende kantoorpand [kantoorpand] . Het gerechtshof heeft voornoemd vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad vernietigd en [geïntimeerde] veroordeeld tot vergoeding van de door [investments] als gevolg van de toerekenbare tekortkoming in haar verplichtingen uit de koopovereenkomst ter zake kantoorpand [kantoorpand] geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
h. [appellante] heeft in april 2014, na verlof van de rechter te [plaats 2] (België), conservatoir beslag gelegd op onroerend goed van [geïntimeerde] te België en op Belgische bankrekeningen van [geïntimeerde] .
3.2.1.In de onderhavige procedure vorderde [appellante] in conventie – zakelijk weergegeven – dat de rechtbank [geïntimeerde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 1.246.395,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 maart 2001. [appellante] vorderde voorts dat [geïntimeerde] wordt veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente, de beslagkosten en de nakosten.
3.2.2.Aan deze vordering heeft [appellante] , kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd.
De koopprijs van kantoorpand [kantoorpand] is gebaseerd op een bruto-aanvangsrendement van 7,65% en een huurprijs van € 170,17 per m2 en € 1.293,27 per parkeerplaats. [geïntimeerde] heeft de huurprijzen (en daarmee de koopprijs) kunstmatig opgedreven door met de huurders allerlei aanvullende afspraken te maken om hen te bewegen tegen een bovengemiddelde ‘papieren’ jaarhuur een huurovereenkomst aan te gaan. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft geoordeeld dat [geïntimeerde] toerekenbaar tekort is geschoten door de sideletters waarin deze aanvullende afspraken waren vastgelegd voor [investments] verborgen te houden. Indien wordt uitgegaan van de reële huurprijzen (de ‘papieren’ huurprijzen minus de in de sideletters vervatte voordelen) zou de koopprijs € 1.246.395,00 lager zijn uitgevallen.
3.2.3.[geïntimeerde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. [geïntimeerde] heeft betwist dat [appellante] rechthebbende is van de schadevordering van [investments] . [geïntimeerde] heeft verder gesteld dat de schadevordering in onderhavige schadestaatprocedure is gebaseerd op een andere grondslag dan de grondslag die in de hoofdprocedure is vastgesteld. [geïntimeerde] heeft betwist dat zij de huurprijzen kunstmatig heeft opgedreven: slechts vier van de zes door [appellante] gestelde sideletters bestaan en de schadeberekening van [appellante] is onjuist. De incentives die door [geïntimeerde] aan de huurders zijn verstrekt hebben niet geleid tot schade aan de zijde van [appellante] . De koopprijs is namelijk niet gebaseerd op de huurwaarde van het kantoorpand, maar op de feitelijke huuropbrengst, aldus [geïntimeerde] .
[geïntimeerde] heeft daarnaast in reconventie veroordeling van [appellante] gevorderd om de door haar gelegde conservatoire beslagen op te heffen alsmede de schade te betalen die [geïntimeerde] als gevolg van voornoemde beslagen heeft geleden, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
3.3.1.In het tussenvonnis van 2 juli 2014 heeft de rechtbank een comparitie van partijen gelast.
3.3.2.In het bestreden eindvonnis heeft de rechtbank in conventie de vordering van [appellante] afgewezen met veroordeling van [appellante] in de proceskosten.
De rechtbank heeft hierbij overwogen dat het onvoldoende aannemelijk is dat [investments] ten tijde van het aangaan van de turnkey-overeenkomst een lagere koopsom had bedongen, indien zij toen al geweten had van de (toenmalige) sideletters. De rechtbank heeft wel aannemelijk geacht dat partijen nadere afspraken zouden hebben gemaakt over de koopprijsverrekening op grond van gemelde artikel 19.3 van de koopovereenkomst, indien [investments] had geweten van de sideletters. Deze afspraken hadden [appellante] echter niet gebaat, aldus de rechtbank onder verwijzing naar het eindarrest in de hoofdprocedure, omdat zij zouden afstuiten op artikel 9 van de leveringsakte, waarin de mogelijkheid tot ontbinding of vernietiging van de koopovereenkomst was uitgesloten.
Daarnaast heeft de rechtbank in reconventie [appellante] veroordeeld in de schade, nader op te maken bij staat. De proceskosten zijn tussen partijen gecompenseerd.