3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
[de vennootschap 1] voert een onderneming op het gebied van taxi- en personenvervoer.
Bij notariële akte van 25 januari 1996 is De Meldpost opgericht door een aantal vervoerders uit [vestigingsplaats] en omgeving, waaronder een rechtsvoorganger van [de vennootschap 1] , teneinde in de regio [regio] te komen tot een evenwichtige verdeling en uitvoering van de door CZ te verstrekken althans te bekostigen opdrachten voor zittend ziekenvervoer.
De statutaire doelomschrijving van De Meldpost luidt als volgt:
“de exploitatie van een meldpost, inhoudende het aannemen en doen uitvoeren van opdrachten tot ziekenvervoer.”
Bij de oprichting van De Meldpost hebben de oprichters/vervoerders aandelen in De Meldpost verkregen naar rato van hun aandeel in de omzet die in totaal door de oprichters/vervoerders werd behaald met ziekenvervoer voor CZ. Aldus verkreeg een rechtsvoorganger van [de vennootschap 1] 21,7% van de aandelen in De Meldpost en een rechtsvoorganger van [de vennootschap 2] verkreeg 30% van de aandelen.
[de vennootschap 1] en [geintimeerden onder 2 t/m 12 c.s.] zijn de huidige aandeelhouders van De Meldpost. [de vennootschap 1] houdt 21,7% van de aandelen.
[de vennootschap 1] en [geintimeerden onder 2 t/m 12 c.s.] sluiten jaarlijks individueel overeenkomsten met CZ, die – wat betreft [de vennootschap 1] : tot eind 2013 – zijn uitgevoerd via De Meldpost.
In de tijd dat [de vennootschap 1] ritten via De Meldpost uitvoerde, was de werkwijze als volgt. Opdrachten tot zittend ziekenvervoer voor verzekerden van CZ kwamen binnen bij De Meldpost en werden door De Meldpost verdeeld over haar aandeelhouders in verhouding tot hun aandeelhoudersbelang. Nadat de ritten waren uitgevoerd, werd dit door de betreffende vervoerder/aandeelhouder gemeld bij De Meldpost. De Meldpost declareerde de ritten dan bij CZ op basis van de individuele overeenkomsten van de vervoerders/aandeelhouders met CZ. Vervolgens betaalde CZ de overeengekomen vergoeding uit aan De Meldpost en De Meldpost betaalde de vervoerder/aandeelhouder die de rit heeft uitgevoerd.
Sinds 11 november 2011 is de heer [bestuurder van de meldpost] (hierna: [bestuurder van de meldpost] ) bestuurder van De Meldpost. [bestuurder van de meldpost] is tevens enig bestuurder en indirect enig aandeelhouder van [de vennootschap 2] .
Bij brief van 26 september 2013 heeft De Meldpost de mondelinge overeenkomst tussen [de vennootschap 1] en De Meldpost opgezegd per 31 december 2013. De brief is ondertekend door [bestuurder van de meldpost] als bestuurder van De Meldpost.
3.2.1.[de vennootschap 1] heeft De Meldpost en [geintimeerden onder 2 t/m 12 c.s.] in rechte betrokken en gevorderd, samengevat, (i) een verklaring voor recht dat de samenwerkingsovereenkomst niet rechtsgeldig is opgezegd en nog steeds geldt en (ii) veroordeling van De Meldpost en [geintimeerden onder 2 t/m 12 c.s.] tot vergoeding van de door [de vennootschap 1] gederfde omzet van € 84.000,- t/m juni 2014 en € 14.000,- per (deel van een) maand vanaf 1 juli 2014 totdat de overeenkomst rechtsgeldig is opgezegd, met veroordeling van De Meldpost en [geintimeerden onder 2 t/m 12 c.s.] in de proceskosten.
3.2.2.Nadat De Meldpost en [geintimeerden onder 2 t/m 12 c.s.] verweer hadden gevoerd, heeft de rechtbank in het bestreden vonnis de vorderingen van [de vennootschap 1] als ongegrond afgewezen.