ECLI:NL:GHSHE:2018:2415
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- A.P. Zweers-van Vollenhoven
- J.I.M.W. Bartelds
- F.J.M. Walstock
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling op grond van artikel 350 lid 3 Faillissementswet
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellant, die in eerste aanleg door de rechtbank Zeeland-West-Brabant was uitgesproken. De rechtbank had op 19 april 2017 de schuldsaneringsregeling voor de appellant toegepast, maar op verzoek van de bewindvoerder is deze regeling op 15 januari 2018 tussentijds beëindigd. De rechtbank oordeelde dat de appellant niet voldeed aan zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling, waaronder de afdracht- en informatieplicht, en dat hij nieuwe schulden had laten ontstaan.
De appellant ging in hoger beroep tegen deze beslissing, waarbij hij aanvoerde dat zijn tekortkomingen te wijten waren aan stress door werkloosheid en dat hij inmiddels stappen had ondernomen om zijn situatie te verbeteren. Het hof heeft echter vastgesteld dat de appellant niet naar behoren heeft voldaan aan zijn verplichtingen en dat er sprake was van een aanzienlijke boedelachterstand van € 3.557,00, evenals nieuwe schulden. Het hof concludeerde dat de tekortkomingen de appellant konden worden verweten en dat er geen reden was om de schuldsaneringsregeling te continueren.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, waarmee de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling werd bevestigd. De uitspraak benadrukt het belang van het nakomen van verplichtingen in het kader van de schuldsanering en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichtingen.