Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer van het gerechtshof 's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij, verdachte, op of omstreeks 31 mei 2016 te Klimmen, in de gemeente Voerendaal, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet voornoemde [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk met een hard voorwerp op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk met een mes, in elk geval met een scherp en/of puntig voorwerp in het hoofd en/of overige delen van het lichaam heeft gesneden en/of gestoken, terwijl de uitvoering van voornoemd voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij, verdachte, op of omstreeks 31 mei 2016 te Klimmen, in de gemeente Voerendaal, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (een aantal) methadontabletten en/of geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval toebehorende aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, voornoemde [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk met een hard voorwerp op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk met een mes, in elk geval met een scherp en/of puntig voorwerp in het hoofd en/of andere delen van het lichaam heeft gesneden en/of gestoken en/of welk voornoemd omschreven geweld zwaar lichamelijk letsel voor voornoemde [slachtoffer] ten gevolge heeft gehad, te weten een schedelbasisfractuur, in elk geval hersenletsel en/of letsel door snijwonden;
hij, verdachte, op of omstreeks 31 mei 2016 te Klimmen, in de gemeente Voerendaal, aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een schedelbasisfractuur, in elk geval hersenletsel en/of letsel door snijwonden, heeft toegebracht door opzettelijk met een hard voorwerp op/tegen het hoofd van voornoemde [slachtoffer] te slaan en/of meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk met een mes, in elk geval met een scherp en/of puntig voorwerp in het hoofd en/of andere delen van het lichaam van voornoemde [slachtoffer] te snijden en/of te steken.
oogmerkvoornoemde [slachtoffer] (…) opzettelijk met een hard voorwerp (…) tegen het hoofd heeft geslagen (…).”
oogmerkhad om [slachtoffer] van het leven te beroven. Nu het hof is gebonden aan de inhoud van de tenlastelegging en de steller van de tenlastelegging het
oogmerkvan het van het leven beroven daarin als een onderdeel van de tenlastelegging heeft opgenomen en het hof dit onderdeel aanmerkt als een essentieel onderdeel van de tenlastelegging, kan het primair ten laste gelegde niet worden bewezen. Het hof zal verdachte derhalve vrijspreken van het primair ten laste gelegde.
poging tot doodslag.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) jaren.
€ 75.867,43 (vijfenzeventigduizend achthonderdzevenenzestig euro en drieënveertig cent) bestaande uit € 867,43 (achthonderdzevenenzestig euro en drieënveertig cent) materiële schade en € 75.000,00 (vijfenzeventigduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening.
€ 15,00 (vijftien euro) aan materiële schadeaf.
€2.307,00 (tweeduizend driehonderdzeven euro).
€ 75.867,43 (vijfenzeventigduizend achthonderdzevenenzestig euro en drieënveertig cent) bestaande uit € 867,43 (achthonderdzevenenzestig euro en drieënveertig cent) materiële schade en € 75.000,00 (vijfenzeventigduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
365 (driehonderdvijfenzestig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.