ECLI:NL:GHSHE:2018:2291
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Executoriale veiling van een schip en verhaalsmogelijkheden van schuldeisers in het kader van pauliana
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de executoriale veiling van een schip. De appellant, een Belgische inwoner, heeft in eerste aanleg gevorderd dat de verkoop van het schip door de bank onrechtmatig was en dat het beroep van de bank op de pauliana verjaard was. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft de vordering van de appellant afgewezen, waarna de appellant in hoger beroep is gegaan. De appellant stelt dat hij eigenaar was van het schip op het moment van beslaglegging en dat de bank onrechtmatig heeft gehandeld door het schip te verkopen. De bank, rechtsopvolger van eerdere banken, heeft financieringen verstrekt aan de zoon van de appellant, die het schip had gekocht. De zoon heeft het schip in 2008 aan de appellant verkocht, maar de bank heeft het schip later geveild na het leggen van conservatoir beslag. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant en de zoon wisten dat de verkoop van het schip de verhaalsmogelijkheden van de bank zou benadelen. Het hof heeft geoordeeld dat het beroep van de bank op de vernietiging van de koopovereenkomst op grond van de pauliana slaagt. De grieven van de appellant zijn verworpen en het vonnis van de rechtbank is bekrachtigd. De appellant is veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.