ECLI:NL:GHSHE:2018:2259
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van het einde van de schuldsaneringsregeling zonder toekenning van een schone lei wegens tekortkomingen in de nakoming van verplichtingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellant. De rechtbank Oost-Brabant had eerder op 20 maart 2018 geoordeeld dat de appellant, die in 2013 onder de schuldsaneringsregeling was geplaatst, toerekenbaar tekortgeschoten was in de nakoming van zijn verplichtingen. De appellant had verzocht om de schuldsaneringsregeling van toepassing te verklaren, maar het hof oordeelde dat hij niet aan zijn informatie-, afdracht- en inspanningsverplichtingen had voldaan. De appellant had niet voldoende gesolliciteerd en had zijn bewindvoerder niet tijdig geïnformeerd over zijn strafrechtelijke vervolging. Het hof concludeerde dat de tekortkomingen niet konden worden toegerekend aan bijzondere omstandigheden en dat er geen aanleiding was om de tekortkomingen buiten beschouwing te laten. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en beëindigde de schuldsaneringsregeling zonder toekenning van een schone lei. De appellant had in hoger beroep aangevoerd dat hij niet op de hoogte was van de ernst van zijn situatie en dat hij hulp nodig had, maar het hof oordeelde dat de appellant zelf verantwoordelijk was voor zijn tekortkomingen en dat de schuldsaneringsregeling niet kon worden verlengd.