Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder, bijgestaan door mr. Janssen-Wikkers;
- de vader, bijgestaan door mr. Kamphuis;
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, waarin een zorgregeling voor hun minderjarige kind is vastgesteld. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.P. Janssen-Wikkers, verzoekt de beschikking te vernietigen en de ouders te verplichten om in goed onderling overleg de zorgregeling vorm te geven. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Kamphuis, verzoekt het hoger beroep af te wijzen en de beschikking te bekrachtigen. De Raad voor de Kinderbescherming is ook betrokken in deze procedure.
De mondelinge behandeling vond plaats op 10 april 2018, waarbij beide ouders en de raad aanwezig waren. De moeder stelt dat de zorgregeling niet in het belang van het kind is en dat er een andere regeling moet komen, terwijl de vader vindt dat de vastgestelde regeling structuur biedt voor het kind. Het hof constateert dat de communicatie tussen de ouders is verslechterd en dat de zorgregeling die door de rechtbank is vastgesteld, op zichzelf goed is. Het hof wijst het verzoek van de moeder af en bekrachtigt de beschikking van de rechtbank.
Het hof beveelt de ouders aan om deel te nemen aan het traject 'Kinderen uit de Knel' om hun communicatie te verbeteren en de veranderende rollen na de scheiding helder te krijgen. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan op 17 mei 2018.