Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
feit 1 subsidiairen
feit 2 primair), veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest.
- verdachte zal vrijspreken van het onder 1 primair ten laste gelegde;
- het onder 1 subsidiair en 2 primair ten laste gelegde, telkens het medeplegen van poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade, bewezen zal verklaren;
- verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest;
- de vordering van de benadeelde partij [aangever 1] hoofdelijk zal toewijzen tot een bedrag van € 1.894,28 (bestaande uit € 394,28 aan materiële schade en € 1.500,00 aan immateriële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- de vordering van de benadeelde partij [aangeefster 2] hoofdelijk zal toewijzen tot een bedrag van € 1.516,06 (bestaande uit € 16,06 aan materiële schade en € 1.500,00 aan immateriële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- verdachte zal veroordelen in de proceskosten van de benadeelde partijen [aangever 1] en [aangeefster 2] , bestaande uit de reiskosten die zij hebben gemaakt om de terechtzittingen in eerste aanleg en hoger beroep bij te wonen.
- primair bepleit dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk zullen worden verklaard in hun vorderingen, aangezien deze vorderingen thans onvoldoende zijn onderbouwd;
- subsidiair, gelet op de verzochte vrijspraken, bepleit dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk zullen worden verklaard in hun vorderingen dan wel dat deze vorderingen zullen worden afgewezen;
- meer subsidiair bepleit dat de door de rechtbank toegewezen gedeelten van de vorderingen – mede gelet op de zeer lage draagkracht van verdachte – zullen worden gematigd.
aanmerkelijkekans heeft bestaan dat hij ten gevolge van het jegens hem gebruikte geweld zou komen te overlijden. Ook uit de overige inhoud van het dossier blijkt niet dat er door het uitgeoefende geweld een
aanmerkelijkekans op dodelijk letsel heeft bestaan. Zo ontbreekt in het dossier informatie over het gewicht van de pannen en het andere (harde) voorwerp waarmee [aangever 1] op zijn hoofd is geslagen. Bij die stand van zaken kan naar het oordeel van het hof niet worden bewezen dat verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde feit heeft begaan.
met voorbedachten radehebben gepoogd om aan [aangever 1] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Het hof overweegt daartoe als volgt.
Vieze hond”, althans woorden van die strekking. [aangever 1] zag daarna dat beide personen op hem afstormden, dat de tweede persoon achter verdachte aanliep en dat de tweede persoon een zwiepende beweging maakte met het voorwerp dat hij in zijn rechterhand had, waardoor er iets uit kwam. [aangever 1] zag toen dat het een ploertendoder was. Vervolgens sloeg de tweede persoon (niet zijnde verdachte) [aangever 1] met de ploertendoder op de achterkant van zijn hoofd. Vervolgens raakte [aangever 1] met verdachte in een worsteling, waarbij zij over de eetkamertafel vielen. De andere persoon bleef [aangever 1] ondertussen slaan met het harde voorwerp. Even later is het gevecht naar de keuken verplaatst, alwaar [aangever 1] meermalen – onder andere met pannen – door beide personen op zijn hoofd werd geslagen.
Partiële vrijspraak ten aanzien van feit 1 subsidiair’) heeft overwogen, is uit het procesdossier en het onderzoek ter terechtzitting onder meer gebleken dat:
Vieze hond” schreeuwde nadat hij hem met zijn vuist in het gezicht had geslagen. [aangever 1] heeft verklaard de stem van de persoon die “
Vieze hond” schreeuwde te hebben herkend als de stem van verdachte. Hij had immers veel met verdachte gesproken toen laatstgenoemde – ongeveer een jaar voorafgaand aan het incident – in de woning van [aangeefster 2] woonde. Hij zou verdachte verder hebben herkend aan zijn ogen, zijn (brede) postuur en een jasje dat hij ook al droeg toen hij in de woning van [aangeefster 2] woonde. [10]
Relevante feiten en omstandigheden’ is overwogen, is voor het hof komen vast te staan dat verdachte samen met zijn mededader geweld heeft gebruikt jegens [aangever 1] . Dit geweld bestond onder meer uit het meermalen op het hoofd van [aangever 1] slaan met een ploertendoder (althans een hard voorwerp) en twee pannen. [aangever 1] heeft verklaard dat hij hierdoor veel pijn aan zijn hoofd voelde en dat het bloed over zijn gezicht liep en overal naartoe spatte. Bovendien blijkt uit de medische informatie van St. Anna Zorggroep dat [aangever 1] letsel aan onder meer zijn oor, hoofd en neus heeft bekomen.
medeplegen van poging tot zware mishandeling.
Mijn Reclassering( [naam rapporteur] ) opgemaakte reclasseringsadvies betreffende verdachte d.d. 20 september 2017.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
16 (zestien) maanden.
€ 2.480,16 (tweeduizend vierhonderdtachtig euro en zestien cent), bestaande uit € 980,16 (negenhonderdtachtig euro en zestien cent) materiële schade en € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 38,28 (achtendertig euro en achtentwintig cent).
€ 240,00 (tweehonderdveertig euro) aan materiële schadeaf.
€ 2.480,16 (tweeduizend vierhonderdtachtig euro en zestien cent), bestaande uit € 980,16 (negenhonderdtachtig euro en zestien cent) materiële schade en € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
34 (vierendertig) dagen hechtenis,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.