ECLI:NL:GHSHE:2018:2182
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Benoeming van voogdij over minderjarige in hoger beroep
In deze zaak gaat het om de benoeming van een voogd over een minderjarige, [minderjarige], die is geboren uit een verbroken relatie tussen de moeder en [de man]. De moeder is zelf nog minderjarig en staat onder toezicht van de stichting Jeugdbescherming Brabant (GI). De grootmoeder van [minderjarige] heeft in eerste aanleg verzocht om de voogdij over [minderjarige] te verkrijgen, terwijl de GI heeft verzocht om als voogd te worden benoemd. De rechtbank heeft de GI benoemd tot voogd, wat de grootmoeder in hoger beroep aanvecht.
Tijdens de mondelinge behandeling is de grootmoeder bijgestaan door haar advocaat, mr. C.M.M. Mikkers. De raad voor de Kinderbescherming en de GI hebben hun standpunten toegelicht. De grootmoeder betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de moeder in een afhankelijke positie verkeert en dat de GI geen toegevoegde waarde heeft. De raad en de GI zijn van mening dat de benoeming van de GI in het belang van [minderjarige] is, omdat de moeder meer stappen moet zetten om zelfstandig voor [minderjarige] te kunnen zorgen.
Het hof overweegt dat de benoeming van een voogd in het belang van de minderjarige moet zijn. Gezien de omstandigheden van de moeder, die nog niet in staat is om zelfstandig voor [minderjarige] te zorgen, en de noodzaak voor haar om zich verder te ontwikkelen, concludeert het hof dat de GI als voogd moet worden benoemd. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de grootmoeder af.