ECLI:NL:GHSHE:2018:211

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
22 januari 2018
Publicatiedatum
23 januari 2018
Zaaknummer
20-001280-15
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van medeplegen van diefstal met geweld en veroordeling voorhanden hebben van pistoolmitrailleur

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor medeplichtigheid aan een woningoverval en het voorhanden hebben van een pistoolmitrailleur. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten van diefstal met geweld, omdat er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte als medeplichtige zou worden aangemerkt, maar het hof oordeelde dat er geen overtuigend bewijs was dat de verdachte betrokken was bij de overval. De verdachte had wel een pistoolmitrailleur voorhanden, waarvoor hij een gevangenisstraf van 160 dagen kreeg opgelegd. De vorderingen van de benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen straf of maatregel werd opgelegd aan de verdachte voor de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. Het hof heeft de redelijke termijn van de procedure in acht genomen en de strafmaat verlaagd van 180 naar 160 dagen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-001280-15
Uitspraak : 22 januari 2018
TEGENSPRAAK
PROMIS

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 10 april 2015 in de strafzaak met parketnummer
02-800847-13 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres 1].
Hoger beroep
De verdachte is bij vonnis van de rechtbank van 10 april 2015 ter zake van het onder 1, tweede subsidiair (medeplichtigheid aan het medeplegen van diefstal met geweld; (overval woning aan [adres 2] te [plaats])) en het onder 2 ten laste gelegde (voorhanden hebben van een pistoolmitrailleur) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van de tijd die hij reeds in voorlopig hechtenis heeft doorgebracht. De vorderingen van de benadeelde partijen [betrokkene 1], [betrokkene 2] zijn geheel toegewezen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De benadeelde partij [betrokkene 3] is niet ontvankelijk verklaard in de vordering.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof bewezen zal verklaren hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd onder 1 tweede subsidiair en onder 2 en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden.
Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen is gevorderd dat deze volledig zullen worden toegewezen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Namens verdachte is vrijspraak betoogd ten aanzien van het onder 1 primair, subsidiair, tweede subsidiair en derde subsidiair ten laste gelegde. Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van het hof. Daarnaast is een strafmaatverweer gevoerd en is betoogd dat de benadeelde partijen niet ontvankelijk dienen te worden verklaard in de vorderingen.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
Primair
hij op of omstreeks 4 januari 2013 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een horloge, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [betrokkene 2] en/of [betrokkene 1] en/of [betrokkene 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- met (een) bivakmuts(en) over zijn/hun hoofd de woning van voornoemde [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] is/zijn binnengedrongen en/of
- die [betrokkene 2] meermalen, althans eenmaal, heeft/hebben geprikt/aangeraakt met een stroomstootwapen en/of een of meer stroomsto(o)t(en) met dat stroomstootwapen heeft/hebben gegeven en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [betrokkene 2] heeft/hebben getoond en/of op die [betrokkene 2] heeft/hebben gericht en/of
- die [betrokkene 2] (aldus) heeft/hebben gedwongen om op haar knieën te gaan zitten en/of
- vervolgens de armen van die [betrokkene 2] achter haar rug heeft/hebben vastgebonden door haar handen met tiewraps aan elkaar vast te maken en/of
- die [betrokkene 2] onder bedreiging met dat stroomstootwapen de trap op heeft/hebben laten lopen en/of haar op de overloop heeft/hebben laten knielen en/of
- vervolgens dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de slaap, althans het hoofd, van die [betrokkene 2] heeft/hebben gezet/ geduwd/gehouden en/of
- een of meer ma(a)l(en) tegen die [betrokkene 2] heeft/hebben gezegd: "roep je man" en/of "waar is het geld?" en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben gericht op voornoemde [betrokkene 1] en/of toen verdachte en/of zijn mededader(s) de woning verliet(en),
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben gericht op voornoemde [betrokkene 3], die die [betrokkene 1] en/of die [betrokkene 2] te hulp kwam en/of
- die [betrokkene 3] heeft/hebben gedwongen op de grond te gaan liggen en/of
- die [betrokkene 3] meermalen, althans eenmaal, heeft/hebben geprikt/aangeraakt met een stroomstootwapen en/of een of meer stroomsto(o)t(en) met dat stroomstootwapen heeft/hebben gegeven,
terwijl bovenomschreven feit zwaar lichamelijk letsel bij die [betrokkene 1] ten gevolge heeft gehad (te weten: een gebroken rug, althans een gebroken buikwervel).
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 4 januari 2013 te [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen enig(e) goed(eren) van zijn/hun gading en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft/hebben aangebeld bij de woning van die [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of de woning van die [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] is/zijn binnengedrongen toen er open werd gedaan,
welke poging tot diefstal werd vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [betrokkene 1] en/of die [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
en/of
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] te dwingen tot de afgifte van enig(e) goed(eren) van zijn/hun gading en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft/hebben aangebeld bij de woning van die [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of de woning van die [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] zijn/is binnengedrongen toen er open werd gedaan en/of vervolgens geweld heeft/hebben toegepast op en/of met geweld gedreigd hebben jegens voornoemde [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3],
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- met (een) bivakmuts(en) over zijn/hun hoofd de woning van voornoemde [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] is/zijn binnengedrongen en/of
- die [betrokkene 2] meermalen, althans eenmaal, heeft/hebben geprikt/aangeraakt met een stroomstootwapen en/of een of meer stroomsto(o)t(en) met dat stroomstootwapen heeft/hebben gegeven en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [betrokkene 2] heeft/hebben getoond en/of op die [betrokkene 2] heeft/hebben gericht en/of
- die [betrokkene 2] (aldus) heeft/hebben gedwongen om op haar knieën te gaan zitten en/of
- vervolgens de armen van die [betrokkene 2] achter haar rug heeft/hebben vastgebonden door haar handen met tiewraps aan elkaar vast te maken en/of
- die [betrokkene 2] onder bedreiging met dat stroomstootwapen de trap op heeft/hebben laten lopen en/of haar op de overloop heeft/hebben laten knielen en/of
- vervolgens dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de slaap, althans het hoofd, van die [betrokkene 2] heeft/hebben gezet/ geduwd/gehouden en/of
- een of meer ma(a)l(en) tegen die [betrokkene 2] heeft/hebben gezegd: "roep je man" en/of "waar is het geld?" en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben gericht op voornoemde [betrokkene 1] en/of toen verdachte en/of zijn mededader(s) de woning verliet(en),
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben gericht op voornoemde [betrokkene 3], die die [betrokkene 1] en/of die [betrokkene 2] te hulp kwam en/of
- die [betrokkene 3] heeft/hebben gedwongen op de grond te gaan liggen en/of
- die [betrokkene 3] meermalen, althans eenmaal, heeft/hebben geprikt/aangeraakt met een stroomstootwapen en/of een of meer stroomsto(o)t(en) met dat stroomstootwapen heeft/hebben gegeven,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
en/of
terwijl bovenomschreven feit zwaar lichamelijk letsel bij die [betrokkene 1] ten gevolge heeft gehad (te weten: een gebroken rug, althans een gebroken buikwervel).
Tweede subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] op of omstreeks 4 januari 2013 te [plaats], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een horloge, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2]:
- met (een) bivakmuts(en) over zijn/hun hoofd de woning van voornoemde [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] is/zijn binnengedrongen en/of
- die [betrokkene 2] meermalen, althans eenmaal, heeft/hebben geprikt/aangeraakt met een stroomstootwapen en/of een of meer stroomsto(o)t(en) met dat stroomstootwapen heeft/hebben gegeven en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [betrokkene 2] heeft/hebben getoond en/of op die [betrokkene 2] heeft/hebben gericht en/of
- die [betrokkene 2] (aldus) heeft/hebben gedwongen om op haar knieën te gaan zitten en/of
- vervolgens de armen van die [betrokkene 2] achter haar rug heeft/hebben vastgebonden door haar handen met tiewraps aan elkaar vast te maken en/of
- die [betrokkene 2] onder bedreiging met dat stroomstootwapen de trap op heeft/hebben laten lopen en/of haar op de overloop heeft/hebben laten knielen en/of
- vervolgens dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de slaap, althans het hoofd, van die [betrokkene 2] heeft/hebben gezet/ geduwd/ gehouden en/of
- een of meer ma(a)l(en) tegen die [betrokkene 2] heeft/hebben gezegd: "roep je man" en/of "waar is het geld?" en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben gericht op voornoemde [betrokkene 1] en/of toen verdachte en/of zijn mededader(s) de woning verliet(en),
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben gericht op voornoemde [betrokkene 3], die die [betrokkene 1] en/of die [betrokkene 2] te hulp kwam en/of
- die [betrokkene 3] heeft/hebben gedwongen op de grond te gaan liggen en/of
- die [betrokkene 3] meermalen, althans eenmaal, heeft/hebben geprikt/aangeraakt met een stroomstootwapen en/of een of meer stroomsto(o)t(en) met dat stroomstootwapen heeft/hebben gegeven,
terwijl bovenomschreven feit zwaar lichamelijk letsel bij die [betrokkene 1] ten gevolge heeft gehad (te weten: een gebroken rug, althans een gebroken buikwervel)
bij het plegen van welk misdrijf hij als medeplichtige in de periode van 1 januari 2013 tot en met 4 januari 2013 te [plaats], in elk geval op een of meer plaats(en) in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk misdrijf hij opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft door opzettelijk
- samen met een of meer van de voornoemde verdachten de woning van die [betrokkene 1] af te leggen, althans daar een voorverkenning te doen en/of
- op diverse momenten als chauffeur voor een of meer van die voornoemde verdachten op te treden, zowel bij die voorverkenning als bij het uiteindelijke feit.
Derde subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] op of omstreeks 4 januari 2013 te [plaats] ter uitvoering van het door die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen enig(e) goed(eren) van zijn/hun gading en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of verdachte, heeft/hebben aangebeld bij de woning van die [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of de woning van die [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] is/zijn binnengedrongen toen er open werd gedaan,
welke poging tot diefstal werd vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [betrokkene 1] en/of die [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
en/of
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] te dwingen tot de afgifte van enig(e) goed(eren) van zijn/hun gading en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2]/of [medeverdachte 3],
heeft/hebben aangebeld bij de woning van die [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of de woning van die [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2]/zijn is binnengedrongen toen er open werd gedaan en/of vervolgens geweld heeft/hebben toegepast op en/of met geweld gedreigd hebben jegens voornoemde [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3], welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2]
- met (een) bivakmuts(en) over zijn/hun hoofd de woning van voornoemde [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] is/zijn binnengedrongen en/of
- die [betrokkene 2] meermalen, althans eenmaal, heeft/hebben geprikt/aangeraakt met een stroomstootwapen en/of een of meer stroomsto(o)t(en) met dat stroomstootwapen heeft/hebben gegeven en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [betrokkene 2] heeft/hebben getoond en/of op die [betrokkene 2] heeft/hebben gericht en/of
- die [betrokkene 2] (aldus) heeft/hebben gedwongen om op haar knieën te gaan zitten en/of
- vervolgens de armen van die [betrokkene 2] achter haar rug heeft/hebben vastgebonden door haar handen met tiewraps aan elkaar vast te maken en/of
- die [betrokkene 2] onder bedreiging met dat stroomstootwapen de trap op heeft/hebben laten lopen en/of haar op de overloop heeft/hebben laten knielen en/of
- vervolgens dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de slaap, althans het hoofd, van die [betrokkene 2] heeft/hebben gezet/ geduwd/gehouden en/of
- een of meer ma(a)l(en) tegen die [betrokkene 2] heeft/hebben gezegd: "roep je man?" en/of "waar is het geld?" en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben gericht op voornoemde [betrokkene 1] en/of toen verdachte en/of zijn mededader(s) de woning verliet(en),
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben gericht op voornoemde [betrokkene 3], die die [betrokkene 1] en/of die [betrokkene 2] te hulp kwam en/of
- die [betrokkene 3] heeft/hebben gedwongen op de grond te gaan liggen en/of
- die [betrokkene 3] meermalen, althans eenmaal, heeft/hebben geprikt/aangeraakt met een stroomstootwapen en/of een of meer stroomsto(o)t(en) met dat stroomstootwapen heeft/hebben gegeven,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
en/of
terwijl bovenomschreven feit zwaar lichamelijk letsel bij die [betrokkene 1] ten gevolge heeft gehad (te weten: een gebroken rug, althans een gebroken buikwervel)
bij het plegen van welk misdrijf hij als medeplichtige in de periode van 1 januari 2013 tot en met 4 januari 2013 te [plaats], in elk geval op een of meer plaats(en) in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk misdrijf hij opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft door opzettelijk
- samen met een of meer van de voornoemde verdachten de woning van die [betrokkene 1] af te leggen, althans daar een voorverkenning te doen en/of
- op diverse momenten als chauffeur voor een of meer van de voornoemde verdachten op te treden, zowel bij die voorverkenning als bij het uiteindelijke feit.
2.
hij op of omstreeks 4 januari 2013 te [plaats], tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, een wapen van categorie II, te weten een pistoolmitrailleur, merk Zavodi Crvena Zastava, model M84, (type Skorpion) kaliber 7.65 Browning, voorhanden heeft gehad.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak ter zake van het onder 1 primair, subsidiair, tweede subsidiair en derde subsidiair ten laste gelegde
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1 primair, subsidiair, tweede subsidiair, derde subsidiair en het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Standpunt openbaar ministerie ter zake van het onder 1 primair, subsidiair, tweede subsidiair en derde subsidiair ten laste gelegde
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat [verdachte] kan worden aangemerkt als medeplichtige bij de onder 1 ten laste gelegde overval. Volgens de advocaat-generaal heeft [verdachte] de auto bestuurd waarmee [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] naar de overval zijn gegaan, waarna [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] de overval hebben gepleegd en [verdachte] en [medeverdachte 3] in de auto zijn gebleven. De advocaat-generaal heeft erop gewezen dat [verdachte] [medeverdachte 1] op de dag van de overval van het station heeft afgehaald, waarna zij naar de woning van [verdachte] zijn gegaan. Daarnaast is [verdachte], vlak voordat de overval gepleegd werd, in de kapsalon gesignaleerd met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] en is [verdachte] ongeveer een half uur na de overval thuis aangekomen bij zijn woning in de Seat Ibiza van [medeverdachte 3]. [verdachte] is op dat moment als bestuurder uit de auto gestapt en [medeverdachte 3] als bijrijder. [medeverdachte 3] is vervolgens ingestapt aan de bestuurderszijde en weggereden. De verklaringen die [medeverdachte 1] tegenover de raadsheer-commissaris heeft afgelegd op 12 mei 2016 en 12 mei 2017 acht de advocaat-generaal niet geloofwaardig voor zover [medeverdachte 1] heeft verklaard dat [verdachte] niet heeft gereden.
Het door [verdachte] geschetste alternatieve scenario, inhoudende dat hij bij een meisje is geweest op het moment dat de overval plaatsvond, is volgens de advocaat-generaal onvoldoende onderbouwd gelet op de in het dossier aanwezige bewijsmiddelen.
Standpunt verdediging ter zake van het onder 1 primair, subsidiair, tweede subsidiair en derde subsidiair ten laste gelegde
De raadsman heeft verzocht de verdachte integraal vrij te spreken van hetgeen hem onder 1 is ten laste gelegd. Uit het dossier volgt, gelijk het vonnis van de rechtbank, dat [verdachte] niet één van de overvallers is geweest.
Voor het overige geldt volgens de raadsman dat [verdachte] weliswaar vóór de overval met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] in de kapsalon was en dat hij na de overval bij zijn woning afgezet door “een maat”, maar is er geen enkel objectief bewijsmiddel dat erop wijst dat [verdachte] de chauffeur was van de Seat Ibiza waarmee de daders van de overval naar de plaats delict zijn gebracht.
De verklaring van [verdachte], dat hij niet als chauffeur van de Seat Ibiza is opgetreden, wordt bevestigd door [medeverdachte 1]. Verzocht is om de verdachte van het onder 1 ten laste gelegde vrij te spreken.
Mocht het hof van oordeel zijn dat [verdachte] wel de bestuurder was van de Seat Ibiza waarmee de overvallers naar de plaats delict zijn gebracht, dan is dat onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen van medeplegen, omdat [verdachte] in dat geval geen intellectuele of materiële bijdrage van voldoende gewicht heeft geleverd aan de overval.
Ook is geen sprake van medeplichtigheid omdat niet aan het vereiste van dubbele opzet is voldaan, nu uit de verklaring van [medeverdachte 1] volgt dat hij met [verdachte] niet over de overval heeft gesproken. Verdachte dient ook gelet op het voorgaande te worden vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde.
Het oordeel van het hof ter zake van het onder 1 primair, subsidiair, tweede subsidiair en derde subsidiair ten laste gelegde
Het hof stelt vast dat in het dossier aanwijzingen aanwezig zijn waaruit enige betrokkenheid van [verdachte] lijkt te volgen bij zowel de voorverkenning op 3 januari 2013 als de woningoverval op 4 januari 2013, zoals deze onder 1 is ten laste gelegd. Zo volgt uit camerabeelden die op 3 januari 2013 zijn gemaakt bij zijn woning dat [verdachte] op die dag om 18.59 uur voor zijn woning als bijrijder in een lichtkleurige Seat is gestapt, waarna die auto weg reed. Om 21.21 uur stopte de lichtkleurige Seat opnieuw voor de woning van [verdachte], waarna [verdachte] als bestuurder van de auto uitstapte. [medeverdachte 3] stapte uit als bijrijder en nam vervolgens plaats op de bestuurdersstoel. De auto reed daarna weg.
Op 4 januari 2013 heeft [verdachte] medeverdachte [medeverdachte 1] opgehaald van het station te [plaats] en zijn zij naar de woning van [verdachte] gegaan. Nadat er gepingd was met [medeverdachte 3], haalden [verdachte] en [medeverdachte 1] nog een medeverdachte op en ontmoetten zij [medeverdachte 3] in een kapsalon, waar [medeverdachte 3] op dat moment was.
[verdachte] heeft zijn woning die om 18.00 uur verlaten. Hij nam plaats in de Seat als bestuurder. Op de bijrijdersstoel zat een persoon. [verdachte] kwam om 18.19.36 uur de kapsalon binnen samen met [medeverdachte 1] en zij liepen in de richting van waar [medeverdachte 3] ook was in de betreffende kapsalon. De drie mannen verlieten de kapsalon vervolgens gezamenlijk, waarbij [medeverdachte 3] nog even terug liep naar de kapper voor hij om 18.25.25 uur naar buiten liep.
Om 19.40 uur stopte de lichtkleurige Seat weer voor de woning van [verdachte]. [verdachte] stapte op dat moment uit als bestuurder van de auto en [medeverdachte 3] als bijrijder. [medeverdachte 3] reed vervolgens weg met de auto.
Uit voornoemde bewijsmiddelen volgt weliswaar dat [verdachte] zowel de dag voor de overval, toen de voorverkenning plaatsvond, als kort vóór en kort na de overval is gesignaleerd met de personen die de onder 1 ten laste gelegde woningoverval hebben medegepleegd en met de auto die in de nabije omgeving van de overvallen woning is gesignaleerd, maar in het dossier is geen bewijsmiddel voorhanden waaruit de directe betrokkenheid van [verdachte] bij de overval volgt, ook niet als chauffeur van de betreffende lichtkleurige Seat.
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft hieromtrent onder ede bij de raadsheer-commissaris en bij het hof in hoger beroep het volgende verklaard:
1. Het proces-verbaal van getuigenverhoor van de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit gerechtshof, d.d. 11 juli 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van [medeverdachte 1]:
Vervolgens is [medeverdachte 3] naar de [adres 2] gereden, hij zat achter het stuur.
2. Getuigenverklaring van medeverdachte [medeverdachte 1], afgelegd ter terechtzitting van dit hof op 8 december 2017, voor zover inhoudende:
Bij de overval bij de woning gelegen aan [adres 2] te [plaats] was medeverdachte [medeverdachte 3] chauffeur van de auto en ging medeverdachte [medeverdachte 2] met mij mee de woning binnen. [medeverdachte 3] had de gouden tip, daar gingen wij op af.
De voorzitter zegt mij dat ik niet in [plaats] woonde en vraagt mij hoe het ging vanaf mijn huis? Ik ben naar [plaats] gereisd met het openbaar vervoer. Nadat [medeverdachte 3] uit het huis waar hij woonde een taser had opgehaald, is [verdachte] afgezet en gingen wij naar de woning die overvallen is. Ik weet niet waar we [verdachte] hebben afgezet, maar dat was niet bij het woonwagenkamp. Daarna reden wij door naar de omgeving [adres 3]. Daar is de auto gestopt. Wij spraken af dat wij daar na de overval terug zouden komen. Wij gingen te voet verder. De woning was de dag vóór de overval aangewezen door [medeverdachte 3] zelf.
Op een vraag van mr. Poppelaars zeg ik dat [verdachte] op 4 januari 2013 niet de bestuurder was van de auto. Ook een dag eerder, tijdens de voorverkenning, was [verdachte] niet de bestuurder van de auto.
Uit de voorhanden zijnde bewijsmiddelen komt voorts niet naar voren dat [verdachte] wetenschap had van het feit dat een strafbaar feit werd voorbereid en vervolgens werd gepleegd. Bij deze stand van zaken is het hof van oordeel dat onvoldoende bewijs voorhanden is om tot een bewezenverklaring van medeplegen of medeplichtigheid bij de onder 1 ten laste gelegde overval te komen. Het hof spreekt de verdachte daarvan om die reden vrij.
Bewezenverklaring ter zake van het onder 2 ten laste gelegde
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2.
hij omstreeks 4 januari 2013 te [plaats], een wapen van categorie II, te weten een pistoolmitrailleur, merk Zavodi Crvena Zastava, model M84, (type Skorpion) kaliber 7.65 Browning, voorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Door het hof gebruikte bewijsmiddelen [1]
Het hof volstaat op de voet van het bepaalde in artikel 359 lid 3 Wetboek van Strafvordering met de opgave van de bewijsmiddelen, aangezien de verdachte, zoals blijkt uit de hieronder onder 1 weergegeven verklaring, het bewezen verklaarde heeft bekend en er geen vrijspraak is bepleit.
Het hof acht het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- Het proces-verbaal van bevindingen van 9 januari 2013 ter zake van het aantreffen van het wapen in de woning van de verdachte op 5 januari 2013. [2]
- Het proces-verbaal van 7 januari 2013 het Regionaal Bureau Wapens en Munitie betreffende het onderzoek aan het wapen. [3]
- Het proces-verbaal van verhoor van 9 januari 2013 van de verdachte, waarin hij het feit bekent. [4]
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde.
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof voor zover het de bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde betreft.
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de
feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
Strafbaarheid van het onder 2 bewezenverklaarde
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Op te leggen straf of maatregel
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een pistoolmitrailleur. Daarmee heeft de verdachte gehandeld in strijd met de Wapens en Munitie. Ongecontroleerd bezit van wapens brengt bovendien onaanvaardbare risico’s met zich, alsook gevoelens van onveiligheid in de samenleving.
Het hof heeft voorts ten nadele van de verdachte meegewogen dat hij, blijkens het uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 24 augustus 2017, reeds eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen voor een soortgelijk feit.
De ernst van het bewezenverklaarde feit brengt met zich dat slechts het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan de orde kan zijn. Het hof acht op zichzelf het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen passend.
Het hof heeft echter geconstateerd dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM is geschonden. In dat verband blijkt uit het dossier het volgende:
  • Het feit dateert van 4 januari 2013.
  • De verdachte is in verzekering gesteld op 12 september 2013.
  • Het vonnis van de rechtbank is gewezen op 15 april 2015.
  • De verdachte heeft hoger beroep ingesteld op 20 april 2015.
  • Het dossier is bij het hof binnengekomen op 11 augustus 2015.
  • De eerste zitting bij het hof vond plaats op 9 februari 2016. Vervolgens vonden zittingen plaats op 3 mei 2016, 28 juni 2016, 6 september 2016, 29 november 2016, 14 februari 2017, 9 mei 2017, 25 juli 2017, 17 oktober 2017, 8 december 2017 en ten behoeve van de sluiting van het onderzoek op 8 januari 2018.
  • Het arrest van het hof is gewezen op 22 januari 2018.
In eerste aanleg is de zaak afgedaan binnen 2 jaar na het moment waarop de verdachte in verzekering is gesteld.
Tussen het instellen van het hoger beroep door de verdachte, op 20 april 2015, en het wijzen van het arrest door het hof op 22 januari 2018 is echter een periode van 2 jaar en 9 maanden verstreken. Het hof zal daarom volstaan met het opleggen van een gevangenisstraf voor de 160 dagen.
Vordering van de benadeelde partij [betrokkene 1]
De benadeelde partij [betrokkene 1] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van € 7.000,00 ter zake van geleden immateriële schade. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen.
Nu aan verdachte ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade veroorzaakt zou zijn, geen straf of maatregel wordt opgelegd en evenmin toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, kan de benadeelde partij [betrokkene 1] in de vordering niet worden ontvangen.
Vordering van de benadeelde partij [betrokkene 2]
De benadeelde partij [betrokkene 2] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van € 5.500,00 ter zake van geleden immateriële schade. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen.
Nu aan verdachte ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade veroorzaakt zou zijn, geen straf of maatregel wordt opgelegd en evenmin toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, kan de benadeelde partij [betrokkene 2] in de vordering niet worden ontvangen.
Vordering van de benadeelde partij [betrokkene 3]
De benadeelde partij [betrokkene 3] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van € 1.311,40, ter zake van € 711,40 geleden materiële schade en € 600,00 geleden immateriële schade. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen.
Nu aan verdachte ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade veroorzaakt zou zijn, geen straf of maatregel wordt opgelegd en evenmin toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, kan de benadeelde partij [betrokkene 3] niet in de vordering niet worden ontvangen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 1 tweede subsidiair en 1 derde subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
160 (honderdzestig) dagen.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Vordering van de benadeelde partij [betrokkene 1]

Verklaart de benadeelde partij [betrokkene 1] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.

Vordering van de benadeelde partij [betrokkene 2]

Verklaart de benadeelde partij [betrokkene 2] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.

Vordering van de benadeelde partij [betrokkene 3]

Verklaart de benadeelde partij [betrokkene 3] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door
mr. J.T.F.M. van Krieken, voorzitter,
mr. A.M.G. Smit en mr. A.R. Hartmann, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. L.J.J.G. Verhaeg, griffier,
en op 22 januari 2018 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld het eindproces-verbaal met dossiernummer 20130003868 (TGO [naam onderzoek A]) van politie Midden- en West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van pagina 1 tot en met 1663.
2.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 januari 2013 (pagina 1574 t/m 1576).
3.Het proces-verbaal betreffende aangetroffen pistoolmitrailleur met twee houders, d.d. 7 januari 2013 (pagina 1578 en 1579).
4.Het proces-verbaal van verhoor van de verdachte d.d. 9 januari 2013 (pg. 1529 t/m 1533, in het bijzonder pagina 1531).