7.1.In overwegingen 2.1 tot en met 2.16 heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. Deze feiten, die niet zijn betwist, vormen, voor zover thans van belang, ook in hoger beroep het uitgangspunt.
7.1.1.In 2008 is tussen ‘ [wanden & plafond] Wanden & Plafond’ (hierna: [wanden & plafond] ) en [appellant] , dan wel [geintimeerden c.s.] en [appellant] , een overeenkomst tot aanneming van werk tot stand gekomen, op grond waarvan [appellant] gehouden was tot het verrichten van afbouwwerkzaamheden (o.a. wanden en plafonds) in een - aan [geintimeerden c.s.] in eigendom toebehorend - pand gelegen te [plaats] .
7.1.2.Na aanvang van de werkzaamheden heeft [appellant] bij facturen van 8 en 29 oktober, 3, 7 en 12 november en 12 december 2008 een bedrag van in totaal € 51.555,24 bij ‘ [wanden & plafond] v.o.f.’ in rekening gebracht, dat vervolgens gedeeltelijk is voldaan (zie hieronder).
Datum
Factuurnr.
Bedrag
Betaling
08-10-2008
[factuurnummer 1]
€ 7.500,00
€ 7.500,00
29-10-2008
[factuurnummer 2]
€ 10.000,00
€ 10.000,00
03-11-2008
[factuurnummer 3]
€ 10.000,00
€ 10.000,00
07-11-2008
[factuurnummer 4]
€ 7.500,00
€ 3.750,00
21-11-2008
[factuurnummer 5]
€ 15.957,75
€ 0,00
12-12-2008
[factuurnummer 6]
€ 597,49
€ 0,00
€ 51.555,24
€ 31.250,00
7.1.3.Bij brief van 1 november 2008 (productie 5 inleidende dagvaarding) heeft [geintimeerden c.s.] aan [appellant] bericht:
“(…) Al enkele malen heb ik richting jouw c.q. systeembouw 2000 en [roepnaam van betrokkene](hof: dhr. [betrokkene] , ingeschakeld door [appellant] ten behoeve van de communicatie tussen partijen)
mijn ongenoegen geuit over de slechte kwaliteit van het werk en het niet planmatig werken volgens afspraak.
Ik wil dan ook middels deze brief mijn ongenoegen schriftelijk kenbaar maken en u mededelen dat wij een schadevergoeding gaan eisen, welke al mondeling medegedeeld is. (…)
De totale schadevergoeding zal u medegedeeld worden als alle nota’s van de verschillende onderaannemers binnen zijn, evenals extra werkzaamheden die door de eigenaren uitgevoerd zijn, beschadigingen en zeer lage kwaliteit van het werk. (…)
De brief zal ook gestuurd worden naar [wanden & plafond] wanden en plafonds. (…).”.
7.1.4.[appellant] heeft vervolgens bij brief van 4 november 2008 (productie 6 inleidende dagvaarding) aan [wanden & plafond] bericht, dat hij zich niet kan verenigen met het standpunt van [geintimeerden c.s.] Daarnaast heeft hij bericht:
“(…) Laat het duidelijk zijn dat wij niet akkoord gaan met een het opleggen van een eventuele schadevergoeding uwerzijds.”
7.1.5.[wanden & plafond] heeft hierop gereageerd bij ongedateerde brief van 5 ( [appellanten c.s.] ) of 6 ( [geintimeerden c.s.] ) november 2008 (productie 7 inleidende dagvaarding):
“(…) De heer [geïntimeerde 1] heeft in overleg met de heer [opdrachtgever namens wanden & plafond] de mondelinge opdracht gegeven voor het leveren en monteren van systeemwanden, plafonds, vertikaal werk en aanverwante werkzaamheden.
Op verzoek van de heer [geïntimeerde 1] is voorgesteld het materiaal te leveren via [wanden & plafond] Wanden en Plafonds, de montage en alle bijkomende werkzaamheden te gunnen aan systeembouw 2000 (t.a.v. de heer [appellant] )
Er is afgesproken dat de gehele facturering via [wanden & plafond] Wanden en Plafonds zou geschieden. Alle prijzen en afspraken zijn mondeling overeengekomen met de heer [geïntimeerde 1] [opdrachtgever namens wanden & plafond] en de heer [appellant] .
Toen wij op de hoogte werden gesteld werden van gerezen problemen heb ik me in verbinding gesteld met systeembouw 2000 en hen verzocht om in contact te komen met de heren [geintimeerden c.s.] om e.e.a. te bespreken en op te lossen.
Wij worden nu betrokken in het probleem tussen de heren [geintimeerden c.s.] en Systeembouw 2000 waar wij in principe buiten staan. (…).”
7.1.6.[appellant] heeft hierop bij e-mail van 6 november 2008 (productie 1 conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie) aan [wanden & plafond] bericht:
“(…) Het schets mijn verbazing dat u nu in uw schrijven zegt dat u ongewild betrokken wordt in het probleem tussen de heren [geintimeerden c.s.] en systeembouw 2000, terwijl alle afspraken via of in driehoeks-verhouding met [wanden & plafond] wanden en plafonds lopen.
U hebt van mij montage prijzen gekregen, geschreven op een A3 tekeningcopie, en deze akkoord bevonden. Daarna hebt u (prijs) afspraken gemaakt met de heren [geintimeerden c.s.] , waardoor u voor ons de opdrachtgever bent. (…)
Nogmaals alle afspraken, eventuele opleverings punten, factureringen gaan via [wanden & plafond] wanden en plafonds zoals voorheen overeengekomen. (…).”
7.1.7.Op 6 november 2008 zijn partijen, [wanden & plafond] en dhr. [betrokkene] in overleg getreden over de tussen hen gerezen problemen. Van dit overleg is door [appellant] een gespreks-verslag gemaakt (productie 8 bij inleidende dagvaarding). In dit verslag is, voor zover relevant, neergelegd:
“(…) Opmerkingen van dhr [appellant] (systeembouw)
- (…)
- Formeel gezien is dhr [opdrachtgever namens wanden & plafond] onze opdrachtgever voor dit project. (…).”
7.1.8.Bij faxbericht van 11 november 2008 (productie 9 inleidende dagvaarding) heeft [geintimeerden c.s.] jegens [appellant] kritiek geuit op de weergave van het gesprek in het gespreksverslag. [geintimeerden c.s.] heeft onder meer bericht:
“(…) Opmerkingen van dhr. [appellant] .
(…) Gezien het feit dat [opdrachtgever namens wanden & plafond] geen enkele rol gespeeld heeft in het uitbrengen van de offerte en de uitvoering van het werk zie ik hem niet als betrokkene. [opdrachtgever namens wanden & plafond] heeft zelf aangegeven de opdracht terug te willen geven, wat ik wil honoreren. De directe relatie zou dus tussen Systeembouw 2000 en Frenken O.G, zijn, hetgeen impliceert dat wij uw opdrachtgever zijn. [opdrachtgever namens wanden & plafond] zal derhalve zijn factuurstroom aanpassen. Verzocht word uw facturen rechtstreeks aan [onroerend Goed] O.G., [adres 1] te [vestigingsplaats] te sturen. (…)
De samenvatting is niet gebaseerd op feiten en meer een vrijpleiting van de eigen tekortkomingen. Systeembouw 2000 heeft in al zijn manieren van uitingen richting de opdrachtgever [onroerend Goed] O.G. aangegeven de regie te willen voeren. [opdrachtgever namens wanden & plafond] is hier nooit naar de voorgrond geschoven als aanspreekpunt. (…).”
7.1.9.Bij brief van 29 december 2008 (productie 11 inleidende dagvaarding) heeft [geintimeerden c.s.] aan [wanden & plafond] te kennen gegeven, dat hij niet kan instemmen met de door [wanden & plafond] gefactureerde aanneemsom, die zo’n € 8.000,- afwijkt van de overeengekomen aanneemsom van € 45.100,-. Daarnaast heeft [geintimeerden c.s.] bericht dat hij de door derden bij hem in rekening gebrachte facturen voor het verrichten van herstelwerkzaamheden zal verrekenen met de openstaande nota’s van [wanden & plafond] .
7.1.10.[appellant] heeft, naar aanleiding van voornoemde brief, bij faxbericht van
9 januari 2009 (productie 12 inleidende dagvaarding) aan [wanden & plafond] bericht, dat hij zijn eerdere standpunten omtrent het gestelde tekortschieten handhaaft en niet gehouden is tot enige betaling.
7.1.11.Bij faxbrieven van 2 en 18 maart 2009, 22 juli 2010 en 28 maart 2012 (productie 13 inleidende dagvaarding en producties 22, 23 en 24 conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie) heeft de gemachtigde van [wanden & plafond] , mr. Godart, meermaals aan [appellant] bericht dat zijn cliënt in onderhavig geschil niet te kwalificeren is als opdrachtgever. Hij stelt in dit verband dat zijn cliënt enkel als gemachtigde van [geintimeerden c.s.] is opgetreden.
7.1.12.Bij brief van 16 maart 2012 (productie 14 bij inleidende dagvaarding) heeft de toenmalige advocaat van [appellant] het navolgende aan [geintimeerden c.s.] bericht:
“(…) Cliënte heeft in november 2008 werkzaamheden verricht aan het u toebehorende pand te [plaats] aan [adres 2] . Hoewel cliënte van oordeel is dat in de overeenkomst de Besloten Vennootschap [wanden & plafond] Wanden & Plafonds B.V. als opdrachtgever moet worden beschouwd, heeft u in de correspondentie aangegeven dat u in dezen als opdrachtgever zou fungeren.
Nu u uitdrukkelijk stelt de opdrachtgever te zijn, wend ik mij ook tot u. Middels dezen sommeer ik u en verzoek ik u de openstaande facturen aan cliënte te voldoen. Tot op heden zijn de navolgende facturen door u dan wel door de werkelijke opdrachtgever [wanden & plafond] onbetaald gelaten.
Factuur
Bedrag
Datum
Vervaldatum
openstaand
[factuurnummer 4]
€ 7.500,00
07-11-2008
07-12-2008
€ 3.750,00
[factuurnummer 5]
€15.957,75
21-11-2008
21-12-2008
€ 15.957,75
[factuurnummer 6]
€ 597,49
12-12-2008
12-01-2008
€ 597,49
Totaal
€ 24.055,24
€ 20.305,24
(…) Middels dezen verzoek ik u en voor zover nodig sommeer ik u om binnen vijf dagen na heden bovengenoemd bedrag over te maken op onze rekening gelden derden (…).
Middels deze brief wordt uitdrukkelijk de verjaring gestuit. Cliënte verlangt dan ook nakoming uwerzijds. (…).”
7.1.13.In reactie op deze sommatie heeft [geintimeerden c.s.] bij brief van 24 maart 2012 (productie 25 conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie) onder meer het navolgende bericht:
“(…) wij hebben per brief destijds aangegeven het contact met dhr. [opdrachtgever namens wanden & plafond] over te nemen uit praktische overwegingen.
Dit is per schrijven door dhr. [appellant] van systeembouw 2000 afgewezen. Wij hebben op dat moment alleen zaken gedaan met [wanden & plafond] omdat hier een afspraak aan ten grondslag lag. Alle verdere communicatie is derhalve via dhr. [opdrachtgever namens wanden & plafond] van [wanden & plafond] Plafonds verlopen. In geschrift en communicatie is duidelijk aangegeven dat [wanden & plafond] de contracterende partij is voor Systeembouw 2000.
Gelieve dus alle correspondentie via dhr. [opdrachtgever namens wanden & plafond] te laten lopen en diens advocaat. Wij hebben enkel verplichtingen aan dhr. [opdrachtgever namens wanden & plafond] van [wanden & plafond] Wanden en Plafond Systemen. (…).”
7.1.14.Nadat betaling jegens [appellant] uitbleef, heeft de toenmalige advocaat van [appellant] bij brief van 8 mei 2014 productie 15 inleidende dagvaarding) [geintimeerden c.s.] nogmaals gesommeerd om tot betaling van de openstaande facturen over te gaan.
7.1.15.Bij brief van 12 mei 2014 (productie 16 inleidende dagvaarding) heeft [geintimeerden c.s.] bericht dat het eerder ingenomen standpunt ten aanzien van de tekortkomingen in de uitvoering van de werkzaamheden wordt gehandhaafd en dat de zaak inmiddels is verjaard. Partijen hebben hun wederzijdse standpunten vervolgens in nadere correspondentie gehandhaafd.
7.2.1.In eerste aanleg heeft [appellanten c.s.] , samengevat, gevorderd [geintimeerden c.s.] , uitvoerbaar bij voorraad, hoofdelijk te veroordelen tot betaling van:
- een bedrag van € 20.305,24 ter zake van (gedeeltelijk) onbetaald gelaten facturen, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf de respectievelijke vervaldata van de facturen tot aan de dag van algehele voldoening;
- een bedrag van € 1.158,00 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening, althans betekening van het te wijzen vonnis tot aan de dag van algehele voldoening.
[appellanten c.s.] heeft aan zijn vorderingen primair ten grondslag gelegd dat tussen [appellant] en [geintimeerden c.s.] al dan niet door tussenkomst van [wanden & plafond] een overeenkomst tot aanneming van werk tot stand is gekomen op grond waarvan [appellanten c.s.] een bedrag van € 51.555,24 te vorderen heeft. Van dit bedrag is slechts € 31.250,00 betaald, zodat [geintimeerden c.s.] nog een bedrag van € 20.305,24 aan [appellanten c.s.] is verschuldigd, aldus [appellanten c.s.] heeft subsidiair aan zijn vorderingen ten grondslag gelegd dat, indien geen sprake is van een overeenkomst tussen partijen, [geintimeerden c.s.] ongerechtvaardigd is verrijkt ter hoogte van een bedrag van € 20.305,24.
7.2.2.[geintimeerden c.s.] heeft in voorwaardelijke reconventie gevorderd:
- een verklaring voor recht dat [appellanten c.s.] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst tussen partijen;
- veroordeling van [appellanten c.s.] tot betaling van de schade als gevolg van voornoemde toerekenbare tekortkoming, nader op te maken bij staat en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 november 2008 tot aan de dag van algehele voldoening;
- veroordeling van [appellanten c.s.] in de proceskosten en nakosten.
[geintimeerden c.s.] heeft aan deze vorderingen ten grondslag gelegd dat, voor het geval dat in conventie geoordeeld wordt dat sprake is van een overeenkomst tussen partijen, er sprake is van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van [appellanten c.s.] in de nakoming van de overeenkomst tussen partijen, inhoudende dat het door [appellanten c.s.] tot stand gebrachte werk gebreken vertoont.
7.2.3.Partijen hebben over en weer gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.