Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 4792771 \ CV EXPL 16-1500)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in een geschil tussen een appellant en een vennootschap die elektriciteit levert. De appellant, die in Duitsland woont, was contractant van de vennootschap en was betrokken bij een hennepkwekerij die op zijn adres werd aangetroffen. De vennootschap vordert betaling van een schadevergoeding van de appellant, omdat hij tekortgeschoten zou zijn in zijn zorgplicht met betrekking tot de elektriciteitsaansluiting. De appellant betwist de vordering en stelt dat hij niet meer verantwoordelijk is voor de aansluiting, omdat hij de woning in 2008 heeft verlaten en de betalingen sindsdien door zijn ex-partner zijn gedaan. Het hof oordeelt dat de appellant niet heeft aangetoond dat de overeenkomst met de vennootschap is geëindigd en dat hij zijn zorgplicht niet heeft nageleefd. De grieven van de appellant worden verworpen en het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, waarbij de appellant wordt veroordeeld in de proceskosten.