Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] ;
- de GI, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] .
- het verslag Video-Interactiebegeleiding van 4 oktober 2017, overgelegd door de advocaat van de moeder, ingekomen ter griffie van het hof op 19 februari 2018;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 1 november 2017, overgelegd door de advocaat van de moeder bij V-formulier van 2 maart 2018;
- het V-formulier van 30 maart 2018 van advocaat van de moeder met als bijlage een schrijven d.d. 20 maart 2018 van [begeleidingsmedewerker RIBW Brabant] , begeleidingsmedewerker RIBW Brabant, team [team] .
3.De beoordeling
- [minderjarige 1] (hierna: [minderjarige 1] ), op [geboortedatum] 2012 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2] (hierna: [minderjarige 2] ), op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] .
op dit momentnog te pril is om de uithuisplaatsing voortijdig te beëindigen. De moeder dient de resterende tijd van de uithuisplaatsing te benutten om de positieve ontwikkeling voort te zetten om ervoor te zorgen dat zij in staat is – en dat zij dit laat zien aan de GI – om volledig de zorg voor haar vier kinderen te dragen.
4.De beslissing
.