ECLI:NL:GHSHE:2018:1935
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep ontslag op staande voet en bewijsopdracht dringende reden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende een ontslag op staande voet. De appellant, een werknemer, heeft in hoger beroep verzocht om herstel van de arbeidsovereenkomst en heeft daarnaast een voorwaardelijk verzoek tot ontbinding ingediend. De vennootschap, de werkgever, heeft de werknemer op staande voet ontslagen, waarbij de dringende reden voor het ontslag in geschil is. Het hof heeft in een eerdere tussenuitspraak de vennootschap toegelaten tot bewijslevering over de feiten die aan het ontslag ten grondslag liggen. De vennootschap heeft getuigen doen horen die hebben verklaard over de omstandigheden van het ontslag en de communicatie met de werknemer. Het hof heeft de verklaringen van de getuigen als betrouwbaar beoordeeld en geconcludeerd dat de vennootschap is geslaagd in de bewijslevering. Het hof oordeelt dat de redenen voor het ontslag op staande voet voldoende ernstig zijn en dat het ontslag in stand blijft. De verzoeken van de appellant worden afgewezen, en het hof bekrachtigt de bestreden beschikking. Tevens wordt de appellant veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.