ECLI:NL:GHSHE:2018:168
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van het einde van de schuldsaneringsregeling zonder toekenning van een schone lei wegens tekortkomingen in de nakoming van verplichtingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellant. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had eerder geoordeeld dat de appellant toerekenbaar tekortgeschoten was in de nakoming van zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling, met name door het ontstaan van nieuwe schulden, waaronder een achterstand in de kinderalimentatie van € 16.102,61. De appellant had verzocht om nihilstelling van deze alimentatieverplichtingen, maar het hof oordeelde dat hij onvoldoende stappen had ondernomen om dit te realiseren. De appellant had eerder verklaard over voldoende middelen te beschikken om zijn verplichtingen na te komen, maar had desondanks geen actie ondernomen om de alimentatiebetalingen te regelen. Het hof concludeerde dat de appellant niet had aangetoond dat de tekortkomingen niet aan hem konden worden toegerekend en dat er geen aanleiding was om de tekortkomingen buiten beschouwing te laten. Het hof bekrachtigde daarom het vonnis van de rechtbank, waarbij de schuldsaneringsregeling van de appellant werd beëindigd zonder toekenning van een schone lei.