Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de man, bijgestaan door mr. N.M.A. Deckers, waarnemend kantoorgenote van mr. R.M.H.H. Tuinstra;
- mr. M.E.Th. Hogervorst. De vrouw is niet verschenen.
3.De beoordeling
.De grief van de vrouw faalt in dit opzicht. Dat de vrouw er thans de voorkeur aan geeft de echtscheidingsprocedure opnieuw te willen doen in die zin dat zij vanaf “stap 1” alles opnieuw wil bekijken, maakt het voorgaande niet anders en neemt de (al eerder gebleken) beletselen om alsnog te komen tot een ouderschapsplan niet weg in deze lopende echtscheidingsprocedure.