Het hof oordeelt als volgt. Krachtens artikel 6:265 lid 1 BW, dat ook bij de toepassing van het bepaalde in artikel 7:231 lid 1 BW geldt, geeft iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Bij die beoordeling moet ook het woonbelang van de huurder worden betrokken. De vraag ligt nu voor of sprake is van de in deze bepaling gegeven uitzonderingssituatie op grond waarvan niet tot ontbinding van de overeenkomst kan worden overgegaan. Op goede gronden oordeelt de kantonrechter dat het aan de tekortschietende partij is om zich gemotiveerd op de uitzonderingsbepaling te beroepen.
Het hof is van oordeel dat hetgeen [geïntimeerde] daartoe heeft aangevoerd, onvoldoende is om uit te gaan van die uitzondering. De tekortkoming betreft het handelen in strijd met het bepaalde in het hiervoor geciteerde deel van artikel 6 van de algemene huurvoorwaarden. Tussen partijen staat niet alleen vast welke hoeveelheid henneptoppen [geïntimeerde] in huis had maar voorts ook dat [geïntimeerde] over 430 ongebruikte gripzakjes, 59 met henneptoppen gevulde gripzakjes, een weegschaal en “gebruikte knipscharen” beschikte. Een gedoogde gebruikershoeveelheid hennep bedraagt 5 gram; [geïntimeerde] beschikte dus, hetgeen Allee Wonen ter gelegenheid van de comparitie van partijen in hoger beroep ook heeft aangegeven, over meer dan 200 keer de toegestane hoeveelheid hennep. In de processtukken heeft [geïntimeerde] , ter verklaring van deze hoeveelheid, aangegeven dat het algemeen bekend is dat drugsgebruikers zoals [geïntimeerde] grotere hoeveelheden hennep(toppen) inkopen ten einde goedkoper te kunnen gebruiken. Ter gelegenheid van de comparitie van partijen in hoger beroep heeft hij verklaard dat hij deze hoeveelheid hennep heeft gewonnen met een spelletje; de gripzakjes, de weegschaal en de knipscharen had hij al eerder in huis.
Naar het oordeel van het hof heeft [geïntimeerde] aldus zijn stelling dat het hier gaat om een geringe tekortkoming, namelijk het enkele voorhanden hebben van deze hennep(toppen) voor eigen gebruik, onvoldoende onderbouwd; zijn stelling dat hij deze hoeveelheid met een spelletje had gewonnen, is volstrekt ongeloofwaardig. Gelet op het aantal gevulde gripzakjes is ook ongeloofwaardig dat [geïntimeerde] de hennep(toppen) had (alleen) voor eigen gebruik. Dat Allee Wonen geen concrete klachten van omwonenden heeft ontvangen, weegt het hof mee, maar deze omstandigheid maakt de tekortkoming niet van geringe betekenis. Als omwonenden bekend zouden zijn geweest met de onderhavige feiten en omstandigheden, is voorzienbaar dat zij daarover bij Allee Wonen zouden klagen. Van Allee Wonen hoeft niet te worden gevergd dat zij wacht totdat daadwerkelijk overlast ontstaat. Allee Wonen heeft dan ook, mede aangespoord door gemeentelijk beleid, recht en belang om situaties zoals de onderhavige tegen te gaan en om alsdan, zoals zij ook in de algemene voorwaarden heeft opgenomen, in rechte ontbinding van de huurovereenkomst te vorderen.
Terecht heeft de kantonrechter de gevolgen van de ontbinding in de afweging betrokken. Ontbinding leidt ertoe dat inbreuk wordt gemaakt op het woonrecht van [geïntimeerde] . [geïntimeerde] dient zijn woning te ontruimen. Dit gevolg maakt, naar het oordeel van het hof, niet dat de ontbinding niet gerechtvaardigd is. Ter gelegenheid van de comparitie van partijen in hoger beroep heeft [geïntimeerde] verklaard dat hij de woning alleen bewoont en dat hij in [plaats] wil blijven wonen omdat hij daar ook werkt. Dit is ook de reden waarom hij zich niet in de gemeente Bergen op Zoom heeft ingeschreven. [geïntimeerde] had echter inmiddels ruim twee jaar als woningzoekende ingeschreven kunnen staan, nu hij er al vanaf eind 2015 van op de hoogte is dat de mogelijkheid bestaat dat de huurovereenkomst zal eindigen. Er zijn voor [geïntimeerde] mogelijkheden om op een geringe afstand van [plaats] vervangende woonruimte te vinden. Het hof acht de gevolgen van de ontbinding niet zodanig zwaarwegend dat, gegeven de ernst van de overtreding, een ontbinding niet gerechtvaardigd is.
Het hof concludeert, met inachtneming van alle overige door beide partijen aangevoerde omstandigheden, dat ontbinding gerechtvaardigd is.