Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.[de stichting] ,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 28 juni 2016, waarbij een comparitie van partijen is bepaald die evenwel geen doorgang heeft gevonden;
- de memorie van grieven van [appellante] van 4 oktober 2016 met producties en eiswijziging;
- de memorie van antwoord van de Stichting en [geïntimeerde 2] van 13 december 2016 met een productie;
- de akte van [appellante] van 24 januari 2017 met een productie;
6.De gronden van het hoger beroep
Indien een bestuurder van een vennootschap wordt verweten te hebben bewerkstelligd of toegelaten dat de door hem bestuurde vennootschap een eerder door haar aangegane overeenkomst niet nakomt en daardoor aan de wederpartij van de vennootschap schade berokkent kan ook sprake zijn van persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder. Het zal dan van de concrete omstandigheden van het geval afhangen of het aan de bestuurder te maken verwijt voldoende ernstig is om hem persoonlijk aansprakelijk te houden. Van een dergelijk verwijt zal in ieder geval sprake zijn als komt vast te staan dat de bestuurder wist of redelijkerwijs had behoren te begrijpen dat de door hem bewerkstelligde of toegelaten handelwijze van de vennootschap tot gevolg zou hebben dat deze haar verplichtingen niet zou nakomen en ook geen verhaal zou bieden voor de als gevolg daarvan optredende schade.