ECLI:NL:GHSHE:2018:1502

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
5 april 2018
Publicatiedatum
6 april 2018
Zaaknummer
000244-18
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen bevel gevangenhouding en opheffing voorlopige hechtenis

Op 5 april 2018 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een bevel tot gevangenhouding van een verdachte. De zaak betreft een beroep dat is ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de voorlopige hechtenis van de verdachte was bevolen. De verdachte, die in detentie verbleef, werd verweten medeplegen van poging tot moord, subsidiair poging tot doodslag, en andere ernstige misdrijven. Tijdens de zitting heeft het hof de verdachte, zijn raadsman en de advocaat-generaal gehoord. De raadsman betoogde dat er geen ernstige bezwaren waren tegen de verdachte, en verzocht om schorsing van de voorlopige hechtenis. De advocaat-generaal concludeerde tot afwijzing van het beroep en het verzoek tot schorsing. Na beoordeling van het dossier kwam het hof tot de conclusie dat er geen voldoende ernstige bezwaren meer waren tegen de verdachte. Het hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beschikking waarvan beroep, en hefte het bevel tot voorlopige hechtenis op. De verdachte werd onmiddellijk in vrijheid gesteld. Deze beslissing werd genomen door de voorzitter en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling strafrecht
Bijzondere zaak, nummer: [nummer]
Parketnummer 1e aanleg: [parketnummer]
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien de akte van de griffier van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van [datum] , waarbij namens:

[verdachte]

geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats]
[adres]
thans verblijvende in [detentieadres]
hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van [datum] , bij welke beschikking de gevangenhouding van [verdachte] werd bevolen.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep.
Het hof heeft kennis genomen van de akte rechtsmiddel waarbij namens verdachte tijdig beroep is aangetekend tegen het bevel gevangenhouding voor de duur van 30 dagen.
Het hof heeft gehoord de verdachte en zijn raadsman, alsmede de advocaat-generaal.
Het hof heeft kennis genomen van het dossier.
Verdachte wordt primair verweten medeplegen van poging tot moord, subsidiair medeplegen poging tot doodslag, meer subsidiair medeplegen van bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht, en overtreding van artikel 26 van de Wet Wapens en Munitie. Namens verdachte is betoogd dat er geen ernstige bezwaren zijn, althans dat deze te gering zijn om de voorlopige hechtenis te kunnen dragen. Voorts is subsidiair verzocht om schorsing van de voorlopige hechtenis. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot afwijzing van het beroep en tot afwijzing van het verzoek tot schorsing.
Het hof is op grond van de inhoud van het dossier tot de conclusie gekomen dat er thans geen sprake meer is van voldoende ernstige bezwaren jegens verdachte ten aanzien van de hem verweten feiten.
Het hof zal daarom het beroep gegrond verklaren, de voorlopige hechtenis opheffen en bevelen dat verdachte onmiddellijk in vrijheid wordt gesteld.

BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:

Wijst toe het hoger beroep.
Vernietigt de beschikking waarvan beroep.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte.
Beveelt de onmiddellijke invrijheidstelling van verdachte.
Aldus gedaan op 5 april 2018
door mr. R.R. Everaars-Katerberg, voorzitter, mr. O.A.J.M. Lavrijssen en
mr. G.P.M.F. Mols, raadsheren, in tegenwoordigheid van mw. B. Yazi, griffier.
De advocaat-generaal bij dit Gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte.
's-Hertogenbosch, [datum]
Gezien d.d.
De directeur van [detentieadres]