Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellante] ,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
2.4. Verzoekers hadden naar het oordeel van de rechtbank moeten begrijpen dat ze van zowel de voorgenomen betalingen aan de oud-werknemer als het feit dat verzoekster een baan had gevonden hun budgetbeheerder onmiddellijk op de hoogte hadden moeten stellen. Dat ze dit niet hebben gedaan acht de rechtbank verwijtbaar. Indien de oud-werkneemster meende een vordering op verzoekers te hebben had zij haar vordering. zoals alle andere schuldeisers, kunnen indienen bij de schuldhulpverlener van verzoekers zodat onderzocht had kunnen worden of er rechtsgronden aanwezig waren deze vordering op de schuldenlijst te plaatsen. Verzoekers hebben er echter voor gekozen de oud-werknemer tijdens een schuldhulptraject heimelijk een bedrag van € 4.000,-- te betalen en gelijktijdig andere schuldeisers niet betaald.
4.De uitspraak
woensdag, 20 juni 2018 om 09.00 uur;