ECLI:NL:GHSHE:2018:147
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake omgangsregeling en kinderalimentatie tussen ouders van minderjarige
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep inzake de omgangsregeling en kinderalimentatie voor de minderjarige zoon van de partijen. Op 1 december 2016 werd een tussenbeschikking uitgesproken waarin het hoofdverblijf van de minderjarige bij de vader werd vastgesteld. De partijen werden verwezen naar een traject bij Topaze en de Raad voor de Kinderbescherming werd verzocht om het hof te informeren over de voortgang van dit traject. De eindbeschikking van 18 januari 2018 wees de verzoeken van zowel de vader als de moeder af met betrekking tot de verdeling van zorg- en opvoedingstaken. Het hof oordeelde dat er geen contactregeling tussen de moeder en de minderjarige kon worden vastgesteld, gezien de ernstige zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige en de conflicten tussen de ouders. Tevens werd bepaald dat beide ouders niet gehouden zijn tot enige bijdrage in de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Het hof volgde het advies van de Raad, die had geconcludeerd dat een ondertoezichtstelling noodzakelijk was, en dat de ouders onvoldoende in staat waren om de ontwikkelingsbedreigingen van de minderjarige weg te nemen. De beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 22 oktober 2015 werd gedeeltelijk vernietigd, en de verzoeken van beide ouders werden afgewezen.