3.1.Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, het volgende vast.
[geïntimeerde] heeft een eigen onderneming. [geïntimeerde] was in 2008 53 jaar oud. Zijn vrouw was 56 jaar oud.
[geïntimeerde] heeft in 2008 zijn huis verkocht. Hij had na de verkoop een vermogen van ongeveer € 430.000 tot zijn beschikking. [geïntimeerde] heeft een ander huis gekocht.
[geïntimeerde] is op enig moment in contact gekomen met [derde] , die gelieerd was aan [appellant] .
[derde] heeft [geïntimeerde] in (oktober) 2009 bijgestaan bij de aanvraag van een hypothecaire geldlening voor de financiering van het nieuwe huis van [geïntimeerde] . [derde] en [geïntimeerde] hebben overleg gevoerd tijdens een bespreking van 13 oktober 2009. Na de bespreking heeft [derde] bij e-mail van dezelfde dag stukken opgevraagd. [geïntimeerde] heeft deze stukken op 14 oktober 2009 aan [derde] doen toekomen. [derde] heeft op verzoek van [geïntimeerde] aandacht besteed aan de situatie in geval van arbeidsongeschiktheid of overlijden. [bank] Bank heeft op 16 oktober 2009 een schriftelijke offerte voor een financiering van het huis uitgebracht. Een financiering voor het huis is geregeld.
Tijdens de besprekingen tussen [geïntimeerde] en [derde] is de vraag opgekomen wat [geïntimeerde] kon doen met het vrij beschikbare vermogen.
[derde] heeft [geïntimeerde] informatie verstrekt over (onder meer) lijfrenteproducten van [de vennootschap 1] , obligaties van een zekere vennootschap (hierna: de vennootschap) en beleggingsmogelijkheden bij [de vennootschap 2] .
[derde] heeft [geïntimeerde] bijgestaan bij de totstandkoming van een lijfrenterekening bij [de vennootschap 1] : eerste storting € 40.000, daarna jaarlijks € 3.600.
[geïntimeerde] heeft aan [derde] laten weten dat hij nadacht over enkele beleggingen: € 100.000 in een obligatie bij de vennootschap, € 200.000 in een fonds bij [de vennootschap 2] en € 60.000 op een spaarrekening. [derde] heeft op verzoek van [geïntimeerde] een budgetoverzicht opgesteld, dat bedoeld was om langs deze lijnen en gelet op de financiering van het huis in een rendementsprognose inzichtelijk te maken hoe de vermogenspositie van [geïntimeerde] zich zou ontwikkelen in de periode tot en met 2019.
[derde] heeft [geïntimeerde] desgevraagd bij e-mail van 28 oktober 2009 inlichtingen verstrekt over de obligatie bij de vennootschap. [geïntimeerde] heeft het prospectus van de vennootschap (grotendeels) gelezen. [derde] heeft bij e-mail van 15 december 2009, in antwoord op vragen van [geïntimeerde] , inlichtingen verstrekt over de vennootschap en voorgesteld mondeling contact te hebben. [geïntimeerde] heeft in 2009 het inschrijfformulier ingevuld en obligaties bij de vennootschap gekocht voor € 100.000. € 2.892 is als inschrijvingsprovisie ingehouden en een deel van dit bedrag is aan [appellant] betaald.
[geïntimeerde] heeft eind 2009 ook € 200.000 belegd in een fonds bij [de vennootschap 2] .
[derde] heeft eind januari 2012 desgevraagd nogmaals een budgetoverzicht voor [geïntimeerde] opgesteld. [derde] heeft het budgetoverzicht tijdens een vergadering van 10 februari 2012 met [geïntimeerde] besproken. [derde] heeft bij e-mail van 27 februari 2012 gereageerd op vragen van [geïntimeerde] in een e-mail van 24 februari 2012.
[de vennootschap 2] heeft (in 2012) haar huisfondsen, waarin [geïntimeerde] belegd had, opgeheven en geliquideerd.
[geïntimeerde] heeft vervolgens in 2012 obligaties bij de vennootschap gekocht voor € 145.600. € 4.218 is als inschrijvingsprovisie ingehouden en een deel van dit bedrag is aan [appellant] betaald.
De vennootschap heeft bij brief van 4 september 2013 aan [geïntimeerde] laten weten dat zij (voorlopig) geen nieuwe obligaties uitgeeft en dat verzoeken tot vervroegde aflossing (voorlopig) niet worden gehonoreerd. Dit is tot op heden niet anders geworden. De vennootschap heeft een negatief eigen vermogen. De vennootschap crediteert tot op heden (eind 2016, begin 2017, toen de laatste memories/aktes zijn genomen) wel alle verschuldigde rente in haar administratie ten gunste van [geïntimeerde] . De vennootschap keert echter geen rente uit aan [geïntimeerde] , omdat [geïntimeerde] heeft gekozen voor herbelegging van de rente. De obligaties hebben een looptijd tot 2029 of 2032. [geïntimeerde] zal in elk geval tot 2029 respectievelijk 2032 niets ontvangen. In 2029 respectievelijk 2032 zal [geïntimeerde] aanspraak mogen maken op terugbetaling van de hoofdsom en de in de loop van de jaren gecrediteerde rente.
[geïntimeerde] heeft ten laste van [appellant] conservatoire beslagen gelegd.