ECLI:NL:GHSHE:2018:1328
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gezag over minderjarige na echtscheiding met ondertoezichtstelling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, waarin het verzoek van de moeder om het gezamenlijk ouderlijk gezag over haar minderjarige kind te wijzigen in eenhoofdig gezag, werd afgewezen. De moeder en de vader zijn na hun echtscheiding gezamenlijk het ouderlijk gezag blijven uitoefenen, maar de communicatie tussen hen is verslechterd. De moeder heeft in haar beroepschrift aangevoerd dat de samenwerking met de vader niet goed verloopt en dat de GI (Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg) als buffer fungeert. De vader heeft daarentegen gesteld dat de samenwerking met de GI is verbeterd en dat hij niet frustreert in het nemen van gezagsbeslissingen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft ook aangegeven dat de communicatie tussen de ouders een probleem vormt en dat er mogelijk eenhoofdig gezag aangewezen moet worden als de communicatie niet verbetert.
Het hof heeft vastgesteld dat de omstandigheden zijn gewijzigd sinds de echtscheiding en dat er een jarenlange strijd tussen de ouders is geweest. Het hof heeft de GI verzocht om te rapporteren over de mogelijkheden om de communicatie tussen de ouders te verbeteren en of de ondertoezichtstelling verlengd zal worden. De beslissing is aangehouden voor zes weken, waarbij het hof de GI de gelegenheid geeft om de benodigde informatie te verstrekken. De uitspraak is gedaan op 29 maart 2018.