In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 2 maart 2017. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.F.M. Gulickx, verzoekt om vernietiging van de beschikking die gezamenlijk gezag en een voorlopige omgangsregeling betreft. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.E.S. Chin-A-Fat, verzoekt om de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar grieven en het beroep ongegrond te verklaren. De mondelinge behandeling vond plaats op 20 februari 2018, waarbij ook de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig was.
De rechtbank had in de eerdere beschikking bepaald dat de ouders gezamenlijk het gezag over hun kind, geboren in 2014, uitoefenen. De moeder is van mening dat de rechtbank ten onrechte het advies van Juzt niet heeft opgevolgd en dat de communicatie tussen de ouders niet goed genoeg is om gezamenlijk gezag toe te kennen. De vader betwist dit en stelt dat de communicatie verbeterd is en dat er geen zorgen zijn over alcoholgebruik.
Het hof overweegt dat er geen onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren raakt tussen de ouders. De communicatie tussen de ouders is voldoende om gezamenlijk beslissingen te nemen. Het hof bekrachtigt daarom de beschikking van de rechtbank voor wat betreft het gezamenlijk gezag en de voorlopige contactregeling, die inmiddels zonder problemen wordt uitgevoerd. De ouders dienen nog afspraken te maken voor feestdagen en vakanties, in afwachting van een rapport van Juzt.