Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 5890777\CV EXPL 17-3411)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven, tevens houdende incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis in eerste aanleg;
- het aanvankelijk tegen [geïntimeerde 1] verleende verstek;
- de rolbeslissing van 9 januari 2018 waarbij [appellante] in de gelegenheid is gesteld zich bij akte uit te laten over de betekening van de appeldagvaarding;
- de akte van [appellante] in de hoofdzaak waarbij zij zich heeft uitgelaten over die betekening;
- de constatering op de rol dat [geïntimeerde 1] alsnog advocaat heeft doen stellen;
- de memorie van antwoord in het incident van [geïntimeerde 1] , met productie;
- de antwoordakte van [appellante] in de hoofdzaak.
3.De beoordeling
" na betekening van dit vonnis en uiterlijk vóór 1 oktober 2017 te verwijderen – bezien vanaf de straatkant de eerste ijzeren steunpaal van haar carport en hetgeen zich daarboven aan de rechterkant, voor zich zulks bevindt in en boven de grond van [geïntimeerde 1] , zulks op straffe van € 250,00 per dag of gedeelte daarvan dat [appellante] dit na 1 oktober 2017 nalaat, een en ander tot een maximum te verbeuren dwangsom van € 10.000,00". Het vonnis in conventie is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.