De deelnemer dient de Verwijzingsgegevens van (rechts)personen die aan de hierna onder a en b vermelde criteria voldoen en na toepassing van het onder c genoemde proportionaliteitsbeginsel op te nemen in het Extern Verwijzingsregister.
a) De gedraging(en) van de (rechts)persoon vormden, vormen of kunnen een bedreiging vormen voor (I) de (financiële) belangen van cliënten en/of medewerkers van een Financiële instelling, alsmede de (Organisatie van de) Financiële instelling(en zelf of (II) de continuïteit en/of de integriteit van de financiële sector.
b) In voldoende mate staat vast dat de betreffende (rechts)persoon betrokken is bij de onder a bedoelde gedraging(en). (..)
c) Het proportionaliteitsbeginsel wordt in acht genomen. Dit houdt in dat Veiligheidszaken vaststelt, dat het belang van opname in het Externe Verwijzingsregister prevaleert boven de mogelijk nadelige gevolgen voor de Betrokkene als gevolg van opname van zijn Persoonsgegevens in het Extern Verwijzingsregister.”
In het
Annexbij het Protocol is onder “Aanleiding” opgenomen:
“Financiële instellingen, (..) hebben er belang bij dat fraude en criminaliteit die tegen hen zijn gericht tijdig worden ontdekt en bestreden (..)”
Voorts staat onder het hoofdje “Werkwijze” in deze Annex onder meer vermeld:
“Als incidenten kunnen bijvoorbeeld voorkomen het falsificeren van nota’s, identiteitsfraude, skimming, verduistering in dienstbetrekking, phishing en opzettelijke misleiding. (..)”
(vi) [geïntimeerde] is aangesloten bij de Stichting Fraudebestrijding Hypotheken (SFH).
(vii) In de kredietovereenkomst tussen [geïntimeerde] en [appellant] (en [toenmalige partner van appellant] ) is onder het kopje “Algemene informatie” vermeld :
“Deze offerte wordt gedaan onder voorbehoud dat alle door ons opgevraagde en overige relevante informatie aangaande het onderpand en de aanvrager(s) geheel tot ons genoegen is. (..) Indien blijkt dat de aanvrager(s), in welke vorm dan ook, fraude pleegt (plegen) of tracht(en) te plegen, (..), worden de gegevens van de aanvrager/fraudeur(s) in het SHERIFF-systeem [Stichting Hypotheeknemers Eenheid voor Registratie van Incidenten en/of Fraude Feiten, hof] en/of in het SFH-systeem [Stichting Fraudebestrijding Hypotheken, hof] geregistreerd als een zogenaamde persoonsregistratie, mede ten behoeve van derden.
Voorts staat vermeld:
“In het Externe Verwijzingsregister (EVR) van het SFH-systeem kunnen hypotheekverstrekkers verwijzingsgegevens van (rechts)personen opnemen die hebben gefraudeerd of anderszins een criminaliteitsrisico vormen. Collega-hypotheekverstrekkers toetsen tijdens het cliëntacceptatie (..)proces of een (rechts)persoon voorkomt in dit register. (..). Een registratie blijft maximaal acht jaar staan.”
(viii) Op 5 april 2016 heeft de politie Zeeland-West-Brabant in de woning van [appellant]
een in werking zijnde hennepdrogerij aangetroffen en ontmanteld.
(ix) Bij brief van 15 februari 2017 heeft [geïntimeerde] de kredietovereenkomst met [appellant]
opgezegd en [appellant] een half jaar de tijd gegeven om de woning onderhands te verkopen.
Over de reden van opzegging staat in deze brief onder meer het volgende geschreven:
“Als hypotheekhouder van het onderpand [adres] [plaats] hebben wij op 10 mei 2016 bericht ontvangen van de gemeente [gemeente] over het aantreffen van een hennepdrogerij in de woning. Tevens heeft [geïntimeerde] nu ook begrepen dat er in 2013 ook al een hennepplantage is opgerold in ons onderpand.
(..)
Op uw lening zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden [geïntimeerde] Basis Hypotheek 1 januari 2008.
U heeft onder andere in strijd gehandeld met artikel 2 sub 1 waarin wordt bepaald dat u, als hypotheekgevers, het onderpand behoorlijk en in overeenstemming met de wettelijke voorschriften dienen te gebruiken en met artikel 2 sub 8 waarin wordt bepaald dat u, als hypotheekgevers, de geldgever terstond in kennis moet stellen van iedere omstandigheid van feitelijke of juridische aard die tot uitwinning van liet onderpand kan leiden, waardoor de zekerheidswaarde van het onderpand kan verminderen, of die voor geldgever in verband met haar hypotheekrecht van belang kan zijn”.